1049
len. Met handhaving der reeds vastgestelde normen, wilden Burgemeester en Wet
houders dit probleem nog in het plan verwelken. De besprekingen hierover verlo
pen wat langzaam.
Concluderend moet dus ten aanzien van de soort bouw in het plan zuid ge
steld worden, dat de normen ervan door de Raad zijn vastgesteld ter verdere ver
werking in het definitieve plan.
Toepassing van art. 36.4 Woningwet is nodig en juist.
Voor wat de grondprijzen betreft zij opgemerkt, dat weliswaar aan de
N.C.B. voor school en huis grond is verkocht voor 5,/m2, doch dat nadien de
grondprijs voor N. van Opstal gesteld was op 7,50/m2.
Nu alle cijfers békend zijn, en een grondbedrijf is ingesteld, heeft de af
deling financiën de gemiddelde kostprijs ter plaatse berekend op 11,65} een
prijs overigens, waarover Burgemeester en Wethouders zich nog moeten beraden en
welke in verhouding tot de prijzen elders in de gemeente en rekening houdend
met het goede punt wellicht verandering behoeft.
De plannen van de beide functionarissen voldoen niet aan de door de Raad
gestelde normen en dienen voor verwezenlijking m.i. aangepast te worden aan de
nieuwe voorschriften.
Bij deze plannen doet zich ook nog het probleem voor van ontwerpen en toe-
zichfcop een eventuele bouw. Een en ander zou gratis door ambtenaren van gemeen
tewerken worden gedaan, wat weliswaar aantrekkelijk is, doch waarvan het de
vraag is of de consequenties hiervan overzien zijn.
Wil men goedkeuring krijgen op de premie-aanvragen dan zullen de prijzen
moeten liggen in de z.g. A-klasse, met name maximaal aan kosten (inclusief ar
chitect en toezicht) 22.000,—.
Het type te bouwen woning voor de Secretaris en Adjunct-directeur komt
overeen met die in het Prins Hendrikplan, de plaats waar voor de Secretaris een
der gemeentewoningen gepoogd wordt vrij te maken.
Wat de bouwcredietregeling betreft zij opgemerkt, en ik stel dit om geen
verkeerde indruk te vestigen over een vorige zelfde aanvrage, dat de bedoeling
was en is om deze regeling in te trekken, althans niet meer toe te passen.
Deze credietregeling was indertijd noodzakelijk om de particuliere bouw te
bevorderen.
Na het tot stand komen van de regeling voor eigen woonbezit, welke in de
plaats kwam van gemeentelijke regelingen, had de oude regeling geen zin meer.
Overigens werd duidelijk, dat de overheid zich niet moest bezig houden met
geldverstrekkingen aan particulieren. De banken waren hiertegen al in verzet ge
komen.
Nu de regeling nog bestaat, overigens is het beter deze in te trekken, kan
ik mij indenken, dat de Raad voor eigen personeel baar nog wil toepassen, omdat
er financiële voordelen aan blijken te zitten.
En voor zover redelijk toelaatbaar, mag ook de overheid zich gerust wat
voor het eigen personeel getroosten.
Ten slotte moet mij van het hart> dat de wijze, waarin in casu het pro
bleem van de woning wordt opgelost, weinig bewondering heeft.
Naast de cassatie-procedure, welke de meerderheid van Burgemeester en Wet
houders nog steeds hebben lopen, wordt nu een tweede poging gedaan om een woning
te verkrijgen. Dus op twee fronten wordt nu gewerkt. Ik heb voorgesteld om de
procedure voor de Hooge Raad te beëindigen, doch daarvoor voelen de Wethouders
nog niet. Als het bouwen voor de Secretaris een feit wordt, dan is men tot in
trekking geneigd. Voorwaar, nogal subjectief.
Ik zou willen voorstellen, waar de directeur gemeentewerken zich over deze
zaak aan Burgemeester en Wethouders nog niet heeft uitgesproken, deze zaak aan
te houden, temeer waar er geen haast is in verband met premie-aanvrage.