1054
Het lid Beljaars spreekt ten aanzien van dit voorstel als zijn mening uit,
dat de Gebr.Trommelen te Langeweg een monopolie-positie zullen verkrijgen; wel
licht zullen er personen zijn,die met andere aannemers willen werken.
De Voorzitter vraagt zich af waarom die andere personen zich dan niet 4lr-
der hebben gemeld en of er wellicht sprake is van animositeit of rivaliteit;
tot nog toe heeft het gemeentebestuur nog nergens een rem aangelegd.
Het lid de Koning vraagt hoe het komt dat hier de grondprijs slechts op
5,behoeft te worden gesteld.
De Voorzitter antwoordt, dat een en ander het gevolg is van het wederop-
bouwplan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
11Voorstel tot partiële wijziging van het
wederopbouwplan Langeweg.
1
De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeester en Wethouders dit voorstel heb
ben teruggenomen.
12. Voorstel tot wijziging van de Verordening
reinigingsrechten.
Het lid de Koning merkt op dat in het voorstel tevens sprake is van aan
schaffing van een nieuwe roltrommelauto en merkt op, dat aanvaarding van het
voorstel niet inhoudt dat wordt ingestemd met die aanschaffing. Intussen wil
spreker wel informeren naar de staat van de oude auto; is deze te klein
De Voorzitter antwoordt dat het aanvankelijk in de bedoeling lag een lan
gere afschrijvingstermijn aan te houden; dit blijkt echter niet mogelijk als
gevolg van het meer intensieve gebruik na de overeenkomst met Oudenbosch. De
toestand van de wagen laat een langer gebruik niet toe, doch hierover is een
nader voorstel te verwachten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daarna besloten overeenkomstig het voor
stel van Burgemeester en Wethouders.
15« Voorstel tot wijziging van de Rioolretri-
buti evero rdening.
De Voorzitter deelt mede, dat ook dit voorstel is teruggenomen.
14. Voorstel omtrent reclames tegen opgelegde
aanslagen in de eléktriciteitsbelasting
1959.
Het lid Trompers deelt mede wel akkoord te kunnen gaan met het voorstel ~j
doch wil de vraag stellen ten laste van wie de ontheffingen komen te rusten,
n.l. van de gemeente of van de overige belastingplichtigen of gedupeerden, zoals 1
spreker zich uitdrukt.
De Voorzitter zegt dat het nadelig verschil op de gemeente zal drukken.
Het lid Trompers wil voor de zoveelste maal benadrukken dat hier sprake is
van een onbillijke belasting; moet dit nu zo blijven dóórgaan
De Voorzitter stemt er mede in dat dit voor het platteland een onduldbare
belasting is, doch feit blijft dat Gedeputeerde Staten en Minister de belasting
als eis stellen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders.