1029 Wethouder de Brouwer merkt op dat de Voorzitter dit toch wel verkeerd stelt. Het college van Burgemeester en Wethouders is competent. De Voorzitter antwoordt, dat het voorgestelde zijn standpunt in deze weer geeft. Het lid Trompers zegt, te hopen op begrip bij de heer van Opstal. Spreker zou er zich geenszins mee kunnen verenigen, indien de woning ten eeuwigen dage door de heer van Opstal zou worden bezet. De Voorzitter antwoordt dat gedane afspraken moeten worden nagekomen. De heer van Opstal neemt zondermeer aan in zijn recht te staan en heeft bij de procedure niets toe te geven. Hecht is recht. Meermalen werd van de zijde van de Raad gezegd "behandel de ingezetenen met zachtheid". Dit geldt ook hier. Er mag vooral niet een bepaald spelletje worden gespeeld. Waarom, aldus het lid Trompers, heeft tijdens de comparitie, de heer van Opstal, geen redelijk voorstel gedaan. Het vragen van advies aan een cassatie advocaat heeft in elk geval zijn instemming. De Voorzitter antwoordt dat de gemeente andere middelen ten dienste ston den. De huur had opgezegd moeten worden. Dan was de gemeente er zeker uit ge komen. Het lid Trompers zegt, ook van deze andere weg heel weinig te verwachten0 Nogmaals stelt de Voorzitter voor, -mede gelet op de rechterlijke uit spraak-, geen advies in te winnen, niet in cassatie te gaan en geen post hier voor in de begroting te voteren. Het voorstel van de Voorzitter wordt aangenomen met 7 tegen 2 stemmen. Voor stemmen de leden: Beljaars, Ooijen, Ribbens, v.d.Dries, v.d.Beek, den Biggelaar en Goverde. Tegen stemmen de leden: de Brouwer en Trompers. Wethouder Eland alsmede de leden de Koning en Snoeijs hadden tevoren de vergadering verlaten. Het lid Trompers merkt op, graag eerst advies te hebben ingewonnen. 1 Wethouder de Brouwer is de mening toegedaan, dat de inhoud van het vonnis aan de leden bekend had moeten zijn. Dit gold reeds bij de beslissing in de vergadering dd. 26 februari jl. Dit stuk alsmede het advies van de cassatie advocaat had tevoren ter inzage moeten worden gelegd. Overigens is hier niet de Raad competent doch het college van Burgemeester en Wethouders. De Voorzitter antwoordt dat Wethouder de Brouwer graag iets ter beslissing aan de Raad voorlegt, als de beslissing in B. en W. iets moeilijk ligt. In het geval als het onderhavige, -dat toch op zijn minst kwestieus is-, zou Wethouder de Brouwer zeggen, dat de Raad hier niets mee te maken heeft. Rondvraag. Het lid Ooijen vestigt er de aandacht op, dat bij het huidenbedrijf van Martens aan de Koekoéksedijk, door loslopende honden, afval kan worden bemach tigd. Spreker heeft dit geconstateerd. Het lid Trompers vraagt naar de stand van zaken met betrekking tot de bouw van de politiewoning te Langeweg. Het lid Beljaars vraagt of de gemeente met spoed een geschikte woning voor de Secretaris kan bouwen, zulks in afwachting van onderhandelingen met van Op stal. Spreker ziet hierin een gemeentebelang. Een procedure met van Opstal heeft hem van het begin af niet gelegen. De bouw van een woning had z.i. al eerder als de oplossing moeten worden beschouwd. De Voorzitter antwoordt: (lid Ooijen) dat een onderzoek ter plaatse zal worden ingesteld. (lid Trompers). De plannen werden in juli 1959 ingezonden aan het Ministerie van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid. Misschien enigszins aan aandacht ont- Contact met Ministerie zal worden opgenomen. 1 1

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1960 | | pagina 42