1027
Kwestie v.d.Heijden/Dékkers/Meeuwissen.
De Voorzitter deelt nog mede, dat Meeuwissen zich bereid heeft verklaard
tot ruil met bijbetaling door de gemeente, als in vorige raadsvergaderingen be
sproken resp. voorgesteld»
Een voorlopige overeenkomst is ter ondertekening aan hel») toegezonden.
Thans zou besloten kunnen worden tot het doen der uitgaaf van ƒ.2.002,
Het lid de Koning vraagt, of bekend is wat de eigenaar van de grond (Wa-
genberg-Festen) prefereert.
De Voorzitter wijst op de verplichtingen van Dekkers tegenover de gemeen-
te0 In de overeenkomst staat geen tijdslimiet. Wel vraagt spreker zich af,
waarom Meeuwissen ineens zo toegefelijk is geworden.
Met betrekking tot de heer Dekkers verwacht spreker dat deze, die zich
steeds op zijn gegeven woord heeft beroepen, ook zijn woord zal houden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten tot het doen van uitgaven, als
hier boven genoemd.
Sportterrein te Zevenbergschen Hoek.
De Provinciale Planologische Dienst heeft een verkleind project ontworpen
t.a.v. het sportterrein te Zevenbergschen Hoek. Aan de hand van deze tekening
werd reeds gesproken met A. de Lint (pachter). Deze blijft bezwaren maken ook
tegen verkleind plan. Spreker voelt voor doorzetten van het plan inzake ver-*
kleind project sportterrein te Zevenbergschen Hoek. Het college acht het niet
billijk, grond te ontnemen van personen die minder grond bezitten en of minder
weerstand kunnen bieden. Deze groep mag z.i. hiervan niet de dupe worden.
Wethouder Eland deelt mede, dat de Lint ook bij hem is geweest. Spreker
wist, voordat de Lint dit tegen hen zei, niet dat deze bij de Burgemeester was
geweest. De Lint wees op zijn kostbare grond en had bezwaren tegen grondaf-
stand.
De Voorzitter vraagt naar de intentie van de mededeling van Wethouder
Eland.
Deze antwoordt, bevreesd te zijn, hier wederom aan te beginnen. De Lint
wees op enkele oude personen, die misschien tegen uitbetaling in geld minder
bezwaren hadden.
De Voorzitter zegt, de kwestie van het sportterrein te Zevenbergschen Hoek
aan de Raad te hebben willen mededelen. Te zijner tijd zal hierop nader worden
teruggekomen.
Rechtsgeding gemeente - contra van Opstal.
De Voorzitter deelt mede ook deze kwestie nogmaals even ter sprake, te wil
len brengen.
Het lid de Koning interrumpeert en acht een behandeling in besloten verga
dering gewenst.
Ook Wethouder Eland zegt, dit gewenst te achten.
De Voorzitter zegt het op prijs te stellen, eerst zijn voorstel kenbaar te
maken. Hoe kan op iets anders worden aangedrongen, zonder dat het voorstel be-
kend is.
Wethouder Eland antwoordt, ondanks dat op een besloten vergadering aan te
dringen.
De Voorzitter zegt, openbare behandeling gewenst te achten in aansluiting
op het verhandelde in de besloten vergadering dd. 26 februari jl. Een rustige
openbare behandeling verdient z.i. aanbeveling.
Het lid de Koning zegt, met zijn voorstel eerst te zijn geweest. Dit voor
stel dient z.i. in behandeling te worden genomen.
De Voorzitter antwoordt ten deze eveneens een voorstel te kunnen doen en
stelt voor behandeling in openbare vergadering. Spreker vraagt of dit wordt on-