1007 Het lid Trompers zegt, de uitdrukking welke het lid de Koning bezigde, ter zijde te willen laten. De ambtenaren zijn z.i. bekwaam. Toch is het z.i. gewenst, de Raad hierin meer te kennen dan tot nog toe is geschied. Was bedoeld stuk in ontwerp aan de Raad voorgelegd, dan was wellicht het twijfelachtige uit de overeenkomst opgevallen. Gezien de gemaakte afspraken in de raadsvergadering, kan hij de inhoud van de overeenkomst niet goed begrijpen. De Voorzitter antwoordt dat de Raad regelmatig van de stand van zaken op de hoogte is gehouden. De gemaakte opmerkingen doen zeer onprettig aan. Door een samenloop van omstandigheden, buiten de schuld der gemeente en tevoren niet te voorzien, is het anders gelopen, dan men had gedacht. Nognaals, indien Ge deputeerde Staten hadden goedgekeurd, was alles in kannen en kruiken geweest. Het lid de Koning zegt nog, zo even scherp te zijn geweest. Spreker heeft dit zo niet bedoeld. Hij heeft het dossier nagelezen. Heeft de ontwerp-overeen- komst gezien. Daarna de definitieve overeenkomst. De inhoud is z.i. niet geheel in overeenstemming met de geheime notulen van de Raad. In het contract staat vervolgens veel meer met betrekking tot de waardering van de grond. Een en an der is wellicht bezien van de zijde van de heer Dekkers redelijk. Dékkers maak te bezwaar tegen boete-beding in ontwerp-contract. Deze zei: "een man een man, een woord een woord". Een boete-beding was toch alleszins verklaarbaar geweest. Het is toch voorts, aldus spreker gewoonte, de besluiten woordelijk in de notu len op te nemen. Spreker zegt, niet te kunnen geloven in een fout van de admi nistratie. De Voorzitter zegt, dat de notulen het gesprokene beknopt weergeven. Aan de hand van het gesprokene is een conclusie getrokken. Daarna is deze conclu sie in de besluit-vorm gegoten en vastgelegd. De beperkingen in het contract, aldus het lid de Koning, zijn niet in de raadsvergaderingen naar voren gebracht. Spreker verwijst naar bedoelde notulen. Het lid Trompers zou toen hebben gezegd "beter iets dan niets". De gemeente ging niet in beroep bij Kroon. Bij ongunstige beslissing zou de gemeente totaal niets ontvangen. Over de bewuste ruil met Meeuwissen werd met geen woord gespro ken. De Voorzitter wijst op de onderhandelingen na bedoeld besluit. Wellicht is bij het nemen van het besluit van de Raad, niet alles overzien. Het is moeilijk een niet-op-schrift staand besluit van de Raad verder uit te werken. In enkele zinnen ligt dit in het kort vast. Spreker moet zijn spijt betuigen, dat deze materie verkeerd is uitgelopen en hoopt thans dat Meeuwissen en Dekkers hiertoe, op gemelde nieuwe basis be reid zijn. Het lid de Koning merkt naar aanleiding van de laatste woorden van de Voor zitter nog op, dat Dekkers hiertoe, volgens het contract, verplicht is. De nieuwe basis (tegemoetkoming in de toegift) speelt alleen met betrekking tot Meeuwissen. De discussie wordt hierna gesloten. De Voorzitter verlaat de vergadering, waarna Wethouder de Brouwer het ver dere gedeelte der vergadering leidt. 12. Voorstel tot het verlenen van voorschotten op de vergoedingen ingevolge artikel 101 bis der Lager-onderwijswet 1920 voor 1960 voor de bijzondere lagere scholen. 15. Voorstel tot vaststelling van het voorschot op de vergoeding van de kosten, bedoeld in artikel 75 van de Kleuteronderwijswet over 1959.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1960 | | pagina 20