1006 gaf slechts uitkomst. Spreker kan er meer niet van zeggen. Het is alles meer dan 2 jaar geleden. Het kan zijn, dat er een fout gemaakt is, ook hiervan wil spreker zich niet vrijpraten. Misschien ook is de gemeente niet handig genoeg geweest. Het lid Snoeijs wijst op de bijbetaling door Meeuwissen ten bedrage van 4.900,Hij ontvangt daarvoor 0.19*00 h.a. meer grond. Op deze basis wil hij niet ruilen. De gronden zijn nagenoeg gelijk in kwaliteit. De Voorzitter antwoordt dat deze taxatie over en weer is geschied door de Grondkamer. Tevoren werd hiermede akkoord gegaan (overeenkomst 19 april 1957). Deze bijbetaling is, aldus het lid Snoeijs, het twistpunt bij Meeuwissen. Spreker geeft vervolgens in overweging, thans zakelijk te zijn. Indien de gemeente de helft voor haar rekening neemt, dan zal Meeuwissen z.i. wel ruilen. Dit zou hij thans willen voorstellen. Meeuwissen staat z.i. zeer sterk. De ge meente kan dan tegenover Dékkers het contract laten gelden. Alles is dan z.i. rond. De Voorzitter vraagt aan het lid Snoeijs of hij de garantie geeft voor hetgeen deze heeft voorgesteld. Het lid Snoeijs zegt, dit inderdaad te garanderen. De Voorzitter zegt, de houding van Meeuwissen niet geheel te kunnen ver klaren. Tijdens een gesprek met de beide Wethouders was deze zeer stug. Dit laatste moet Wethouder Eland enigszins tegenspreken. Meeuwissen heeft een ruil niet losgelaten. Hij beriep zich o.a. op zijn advocate. Hij schijnt nu blijkbaar te willen ruilen, als gemeente de helft van de z.g. toegift voor haar rekening neemt. Op dit voorstel dient z.i. te worden ingegaan. Als daartoe thans wordt besloten is het z.i. gewenst, hieraan vooralsnog geen ruchtbaarheid te geven. Desgevraagd licht meergenoemde ambtenaar dit nog toe. Inderdaad heeft Meeu wissen gezinspeeld op betaling of bijbetaling door de gemeente. Althans gemeen-, i te zou ruil kunnen bevorderen (zie voorts verslag bespreking dd. 25 oktober 1959)* De Voorzitter vraagt zich af of er nog voetangels aan dit voorstel verbon den zijn. Geheel te overzien, is dit zo direct niet. Sluit dit dan aan, aan de akte met Dékkers Volgens het lid Snoeijs, zeer zeker. De akte is dan goed. Spreker stelt nogmaals voor, op deze gedachte in te gaan. Het lid v.d. Dries zegt, de gehele materie niet goed te kennen. Deze kwes tie speelde voor zijn komst als raadslid. Komt op de voorgestelde wijze de ge meente beslist aan de grond of moet er vervolgens met anderen onderhandeld wor den Het lid Snoeijs geeft in overweging op korte termijn de zaak in deze geest met Meeuwissen af te handelen. Een principe-besluit zou thans kunnen worden ge- j nomen, alles behoudens instemming en goedkeuring van hogere/andere instanties. Het lid de Koning geeft in overweging niet opnieuw een fout te maken. De eerste de beste boerenjongen had een overeenkomst kunnen opstellen als tussen gemeente en Dekkers is geschied. De overeenkomst is geheel eenzijdig. Het is wellicht gewenst een notaris in te schakelen. De Voorzitter zegt, de gebezigde woorden zeer blamerend te vinden voor de desbetreffende ambtenaar. Spreker zegt vervolgens, met betrekking tot de over eenkomst gemeente - Dekkers geen letter op papier te hebben gezet. De ambtenaar heeft deze materie met de beste bedoelingen geregeld. Dat dit anders is uitgelo pen, gaat buiten de gemeente om. Spreker stelt voor een principe-besluit te ne men als door het lid Snoeijs bedoeld. De mogelijkheden zullen nader worden be zien. In de eerstvolgende vergadering van de Raad zal hierop worden teruggeko men respectievelijk de stand van zaken worden medegedeeld. Ook zal bij goede mogelijkheden inzake bedoeld voorstel, contact worden opgenomen met Gedeputeerde Staten. Daarbij ware te wijzen op de oorzaak van het vastlopen in eerste instan tie. De vergadering kan hiermede instemmen.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1960 | | pagina 19