1004 24. Bespreking grondaan- en verkoop v.d. Heij den - Meeuwissen - Dekkers. De Voorzitter verwijst naar de uitvoerige schriftelijke beantwoording, welk stuk tevens ter inzage heeft gelegen. Het lid Snoeijs zegt, dat de beantwoording van vraag 1 hem nog niet geheel heeft bevredigd. Het juiste antwoord heeft hij niet kunnen vinden. Wanneer was bij gemeente bekend, dat ook de heer Dekkers partij was De Voorzitter zegt, dat het lid Snoeijs z.i. deze zaak te zwaar ziet. Spreker zegt, dat omstreeks januari 1957 bekend werd, dat ook Dekkers partij was. Deze heeft zich toen ten behoeve van de gemeente teruggetrokken. Dekkers werd alleen ingeschakeld met betrekking tot het gebruik van de grond. Daarnaasi zou Dekkers de belangen van v.d. Heijden behartigen in de onderhandeling met Meeuwissen en eventuele anderen. Later n.l. toen de gemeente niet kon kopen, heeft Dekkers er zich weer tussengeschoven, mede gelet op eerdere afspraken. Dat de gemeente uiteindelijk niet kon kopen, is uiteraard bekend. De goedkeu ring op de raadsbesluiten werd door Gedeputeerde Staten onthouden. Het lid Snoeijs moet toegeven, dat over deze kwestie reeds veel is gespro-' ken. Reacties als zijn ontstaan, hebben zeker niet in zijn bedoeling gelegen. Dat Dekkers over de reacties en publicaties is ontstemd blijkt wel uit het fei dat deze hem tijdens de Beurs heeft uitgemaakt voor "rot vlegel". Spreker meen3" slechts zijn plicht te hebben gedaan. De Voorzitter antwoordt dat het z.i. beter was geweest, indien met de re acties was gewacht tot enkele zaken waren opgelost. Spreker denkt aan het af staan van grond ten behoeve van een voetbalveld, waartoe Dekkers, buiten con- tract, bereid is geweest. a* De verhoudingen zijn in de Raad scherp getrokken. Via krantenverslagen 3 heeft Dékkers hiervan kennis genomen. Dit deed hem zeer onprettig aan. Dit was voor Dekkers aanleiding dat hij is afgestapt van zijn toezeggingen en zich uii? sluitend beperkt tot zijn contractuele verplichtingen. 1 Dit, aldus het lid Snoeijs, is het gevolg van de slechte voorlichting. Nimmer werden stukken getoond. Steeds werden vragen gesteld. Zonder het stelle van deze vragen hadden de leden van de Raad nagenoeg niets van deze zaak afge weten. Dit is z.i. "het" probleem geworden. Vooral moet niet over het hoofd worden gezien, dat hij het ontstaan enz. niet heeft meegemaakt. De oorzaak vac de gewijzigde opvatting van de heer Dekkers is z.i. gelegen in het feit van or* voldoende voorlichting. Dat is z.i. het mankement. De Voorzitter antwoordt dat deze zaak zeer ingewikkeld was. Voortdurend werd gewezen op het bewaren van de goede verhoudingen. n~ Vervolgens vraagt het lid Snoeijs waarom de stukken, nadat de rapporten waren ingekomen, zolang zijn blijven liggen. Inderdaad moest lang gewacht wor den op de Grondkamer. 5 juli kwamen deze in. De brief aan Gedeputeerde Staten dateert van 16 juli. Waarom, aldus spreker, niet eerder ingezonden Dit doet z.i. in deze zaak niet prettig aan. Toen de stukken inkwamen, hadden deze di rect opgezonden moeten worden. De Voorzitter verwijst in zijn beantwoording naar het schriftelijk stuk (o.a. behandeling in B. en W. dd. 11 juli, vervaardiging copieën, vervaardigii recapitulatie). Gemeente kon toch niet weten, dat deze circulaire zou inkomen,"" Had men dit wel te-voren geweten, dan was dag en nacht gewerkt, om de stukken nog tijdig weg te krijgen. Achteraf kan heel gemakkelijk critiék worden uitge oefend. Volgens het lid Snoeijs, had men dit kunnen^weten. Het zat in de lucht. 's De Voorzitter verklaart, dit niet te-voren/hebben geweten. Spreker prijs de administratie, welke de bescheiden,-voor zover die reeds verzonden konden worden-, verzond bij brief dd. 3 juni. Deze brief lag bovendien reeds klaar 'e vanaf 26 april 1957, doch kon niet weg, aangezien v.d. Heijden nog niet had l~ getekend.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1960 | | pagina 17