mm 999 naai kamp» Spreker stelt daarom voor een afwachtende houding aan te nemen in verband met de daaruit voortvloeiende belangrijke consequenties van fi nanciële aard. Het lid Beljaars merkt dienaangaande op, dat de wijze waarop Breda zijn kamp aanlegt en de accommodatie daarvan, beneden de norm ligt, ook al zou dit de goedkeuring van het departement weg kunnen dragen. Met een beet je goede wil kan dit ook wel op andere wijze. Het lid Trompers aoht een raming van 4.300»voor beloning van brandweerlieden (114) hoog genoeg, doch meent dat de verdeling minder juist is* Een vergoeding van 1,50 per uur bij daadwerkelijk optreden is echter gering en kan zelfs aan betrokkenen geld gaan kosten, als liggende beneden het uurloon. De raming van 21112 voor verzorging van het materieel ont lokt spreker de opmerking, dat deze verzorging dan ook goed moet gebeuren, indachtig aan de brand welke in het afgelopen jaar bij Korteweg plaatshad. Ten slotte is Langeweg wel in het bezit van een spuitje, doch de vraag is hoe dit naar een eventuele brand moet worden getransporteerd. Tenzij voor een vervoermiddel wordt gezorgd, zou dit spuitje beter kunnen vervallen, wat op zichzelf niet gewenst is. De Voorzitter antwoordt, dat een vergoeding van 1,50 per uur moet worden gezien in het licht van de werkzaamheden van een vrijwillige brand weer, welke meer bedoeld is als burenhulp met materiaalverstrekking door de gemeente. Tot nog toe is door het personeel geen bezwaar kenbaar gemaakt. Voor wat betreft de opmerking over het onderhoud van het materieel, wijst spreker er op, dat hetgeen is voorgevallen bij de brand bij Korteweg een gevolg is van een zeer ongelukkige samenloop van omstandigheden. De organisa tie der brandweer is zo, dat allereerst met de nevelspuit wordt uitgerukt en daarna met de andere spuiten; als alles organisatorisch juist verloopt, dan is er voldoende zekerheid. Indien er te Langeweg een tekort aan materieel is, zal hiernaar een onderzoek worden ingesteld. Het lid den Biggelaar bevreemdt het dat nog geen klachten omtrent de vergoeding zijn ingekomen; inderdaad gebeurt een en ander op vrijwillige ba sis, doch als er loonderving is ook bij niet-werknemers, dan geeft men geld toe. In eigen bedrijf zal al gauw met loonderving van 525 3»50 sprake zijn. De Voorzitter zegt dat te Zevenbergen veel gemeentepersoneel in de vrij willige brandweer is opgenomen; daarnaast zal de praktijk bewezen hebben dat het moeilijk is om een vergoeding, gebaseerd op de werkelijke kosten, te be talen. Bovendien beloopt men bij vergoeding van de werkelijke kosten de kans dat er een grotere toeloop van personeel en ook van anderen zal zijn, dan met het oog op de organisatie van de brandbestrijding noodzakelijk is. Het lid Trompers zegt van mening te zijn dat men op dit punt in Zevenber gen toch wel erg zuinig is. De Voorzitter zegt deze aangelegenheid te zullen bekijken en in overleg met de inspecteur der brandweer te onderzoeken hoe men dit elders oplost. Het lid Beljaars vraagt of het niet gewenst is dat op de centrale mel- dingspost eerst wordt bekeken met hoeveel personeel zal worden uitgerukt. De Voorzitter acht dit te riskant; bovendien is nog geen afdoende rege ling getroffen voor een centraal oproepsysteem, hetwelk 30.000,zal gaan kosten. Het lid Goverde zegt dat onder de overige uitgaven voor de brandweer (132) een raming van 400,voorkomt voor onderhoud van de nissenhut, wel ke er niet meer is. De Voorzitter erkent dit als juist; dit onderdeel zal gedurende de werk zaamheden zijn geraamd toen nog geen afbraak had plaatsgevonden. Het lid de Koning is het opgevallen dat in de kosten van twee psycholo gen voor de schoolartsendienst (186) geen subsidie wordt verleend door rijk

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1960 | | pagina 12