mm 998 Het lid Trompers vraagt of het mogelijk en gewenst is om het lidmaat schap op te zeggen. De Voorzitter zegt dat hieraan nadelen zijn verbonden; men kan deze vereniging niet zonder meer uitschakelen. Het lid Snoeijs zegt voorts nog te zijn gestuit op de contributie voor de internationale vereniging. Is dit noodzakelijk en welke belangen zijn daaraan verbonden De Voorzitter antwoordt dat hierbij eveneens niet alle gemeenten zijn aangesloten, wat overigens voor deze gemeente wel belangrijk wordt geacht, mede in verband met publicaties. Het lid de Koning maakt enige bemerking met betrekking tot de post: bezoldiging der ambtenaren van de burgerlijke stand (72). Het is niet meer mogelijk, althans gebruikelijk om buiten de normale kantooruren huwelijken te voltrekken; de werkzaamheden gebeuren dus in de diensttijd; raming van deze uitgaven moge uit de historie gegroeid zijn, doch dan kan dit wooden herzien. De Voorzitter merkt op dat de functie van de ambtenaar van de burger lijke stand ligt buiten de overige dienst; zij kan ook niet qualitate qua worden opgedragen. De bezoldigingsregeling wordt vastgesteld door Gedepu teerde Staten onder goedkeuring van de Kroon. Het lid de Koning zegt dat hieraan dan niets is te doen, doch dat hij een en ander niet begrijpt. Voorts lijkt ook de raming ad 5.800,— voor uitbreidings- en streekplannen (82) niet geheel verantwoord. De planologi- scha&ienst is slechts een adviserend lichaam en de Raad kan immers altijd van de verstrekte stedebouwkundige adviezen afwijken; dit werk kan ook door een goed architect worden verricht. Bovendien is de Raad soms beter op de hoogte dan de planologische dienst. De Voorzitter zegt dat de vorige spreker wellicht wel sens in de krant heeft kunnen lezen, dat de Raad ener gemeente niet akkoord is gegaan met de overgelegde plannen; dit recht heeft ook de gemeente Zevenbergen. Spreker meent echter dat de Raad zich over deze raming behoort te verheugen omdat toch een zekere ontwikkeling in het verschiet ligt. Het is van belang om voorstellen van deskundige adviseurs ook op te volgen. Als plannen door de dienst worden ingediend passeren zij openbare werken en een aldus bijge schaafd plan zal toch acceptabel zijn. Het lid de Koning vraagt of er nu maar steeds nieuwe plannen nodig blijven, waarop de Voorzitter zegt dat men verheugl moet zijn dat dit voor de toekomst ook nodig is, gezien hetgeen er in de laatste 12 jaren reeds is tot stand gekomen. Haast totaalplannen welke wonden gemaakt worden overigens ook detailadviezen verstrekt. Het lid Snoeijs meent dat deze gemeente niet zo dynamisch is en dat slechts een zwakke uitbreiding plaatsvindt. Naar sprekers oordeel kan in een tijdsbestek van een jaar éin groot plan gereedgemaakt worden, zodat niet ie der jaar 5.000,— nodig is. De Voorzitter zegt het teleurstellend te vinden dat men deze opvattin gen is toegedaan, waaruit zou kunnen blijken dat men niet zo optimistisch is met betrekking tot de ontwikkelingsmogelijkheden der gemeente. Spreker acht het niet juist de domper hierop te zetten. Het lid Beljaars vraagt nadere inlichtingen omtrent de raming voor on derhoud van het woonwagenkamp (84). De Voorzitter antwoordt dat, hoewel deze post is geraamd, nog geen uit eindelijke beslissing is genomen omtrent aansluiting. Bekend is het streven naar oprichting van regionale kampen, doch het gemeentebestuur moet zich nog beraden over aansluiting. Naast Breda en Bergen op Zoom blijken ook elders nog plannen van kleinere gemeenten te bestaan voor oprichting van een regio-

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1960 | | pagina 11