r
977
dringt er op aan, rekening te houden met de schade in de loop der jaren on
dervonden;
2. naar de ontwatering van de tuin van de Zusters te Langeweg. Is ook voor
hen een oplossing mogelijk
3. naar de rooilijn met betrekking tot de Hamseweg.
Het lid Snoeijs zegt, reeds eerder te hebben gesproken over een zitdag
of -avond te Zevenbergschen Hoek. Medegedeeld werd, dat een en ander zou wor
den onderzocht. Nu de winter voor de deur staat, wordt deze kwestie weer ur
genter. Spreker zou het op prijs stellen, indien de mogelijkheid (nogmaals)
onder ogen wordt gezien.
De Voorzitter antwoordt, (lid de Koning)
1. dat de oproeping tot de vergadering ex de Gemeentewet, tot de bevoegdheid
behoort van de Burgemeester. Spreker is bereid, hierover met de Burgemees
ter te spréken.
Het lid de Koning interrumpeert en wijst op andere bepalingen van de
Gemeentewet;
2. dat de industriecommissie, zijnde geen raadscommissie, door de Burgemeester
persoonlijk werd ingesteld.
Het lid de Koning zegt, het hiermede niet eens te zijn. Deze kwestie
werd indertijd door de Raad behandeld.
Volgens Wethouder Eland is aan de Raad gevraagd, of akkoord kon worden
gegaan met aanwijzing der personen.
In elk geval, aldus de Voorzitter, werden de leden niet door de Raad
benoemd.
De Raad, heeft, aldus het lid de Koning, de aanwijzing goedgekeurd.
Acht het college het gewenst, dat de oude toestand wordt bestendigd, zodat
de commissie over industrie-aangelegenheden wederom wordt géhoord.
De Voorzitter beantwoordt deze vraag bevestigend.
Het is dan, volgens het lid de Koning, gewenst weer tot activiteiten
te komen.
De Voorzitter zegt toe, de Burgemeester hiervan op de hoogte te bren
gen.
Het lid Beljaars zegt, te menen dat het lid de Koning geen lid meer
is van de industriecommissie. Waarom dan deze grote interesse
Wethouder Eland zegt, dat het lid Beljaars geen gelijk heeft. Het lid
de Koning heeft z.i. geen ontslag genomen.
Het lid de Koning antwoordt het lid Beljaars niet te begrijpen. Mag
hij iets vragen of niet Spreker wijst voorts op de inconsequenties waar
aan het lid Beljaars zich schuldig maakt, (zitting nonen in raadscommis-
Sd.63/
Het lid Goverde interrumpeert en wijst op het indertijd ingenomen
standpunt. Gezegd werd, dat men een jaar wilde aanzien. Dit was in septem
ber 1958. Dus in elk geval een jaar geleden.
Het lid de Koning antwoordt, zich t.o.v. deze kwestie vergist te heb
ben. Inderdaad, dit is gesteld^
3o dat deze opmerking z.i. voorbarig is. De begroting wordt nu pas aangeboden.
Het lid de Koning vraagt, wat dan de aanbieding betekent. Spreker ad
viseert daarvoor van Dale maar eens op na te slaan. Er is totaal niets aan
geboden.
De Secretaris zegt, dat deze aanbieding slechts een formaliteit is.
De raadcommissie is nu benoemd. Het onderzoek gaat beginnen enz. De Gemeen
tewet schrijft de aanbieding voor. Dit is nu de start.
Het lid de Koning vraagt, of de begroting aan de leden zal worden toe
gezonden.
De Secretaris beantwoordt deze vraag bevestigend;
4. dat de notulen der besloten vergadering strata sullen eerden voorgele-