968
VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD
op vrijdag 23 oktober 1959
des namiddags 18.45 uur.
Aanwezig de leden: J.C. de Brouwer, R.Eland, J.J. v.d. Dries, C.J.Trompers,
B.A.Ooijen, H.G.Beljaars, G.E. v.d. Beek, J.J. den Biggelaar,
J.H.A.Snoeijs, G.C.Ribbens, C.P.A.Goverde en A.J.J.A. de
Koning.
Afwezig met bericht van verhindering het lid A.A.L. de Gouw.
Voorzitter: J.C. de Brouwer l.b.
Secretaris: J.A.A. v.d. Smissen.
1. Opening.
De Voorzitter opent de vergadering met het bij het reglement van orde
voorgeschreven gebed.
Spreker zegt, dat de Burgemeester wegens ziekte verhinderd is de vergade
ring te leiden en wenst de Burgemeester een spoedig algeheel herstel toe.
2. Loting volgorde stemmingen.
Het nummer van volgorde bij eventuele stemmingen wordt bepaald op nr. 7,
zijnde het lid v.d. Beek.
Als stemopnemers worden aangewezen de leden v.d. Beek en v.d. Dries.
3. Notulen van de vergadering van 7 augus
tus 1959.
Het lid Snoeijs informeert naar de notulen van de geheime vergaderingen
o.a. de notulen waarin de kwestie Dékkers/gemeente werd behandeld.
De Voorzitter antwoordt dat deze stukken na afloop van de openbare verga
dering kunnen worden vastgesteld. De Secretaris heeft deze notulen bij zich.
Zonder hoofdelijke stemming worden de notulen van de openbare vergadering
dd. 7 augustus jl. vastgesteld.
4. Ingekomen stukken en mededelingen.
Met betrekking tot de stukken genoemd onder A t/m C wordt zonder hoofde
lijke stemming besloten conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Met betrekking tot het stuk genoemd onder D (subsidie voor Centrum van
charitatief werk te Zevenbergen) zegt het lid de Koning deze inrichting toch
wel duur te vinden. Men springt z.i. te gemakkelijk om met de overheidsgelden.
Spreker is niet tegen het voorstel op zich maar wel tegen dure aanschaffingen.
Kan hierop niet bezuinigd worden b.v. aanschaffing tweede-hands goederen.
De Voorzitter en ook de Secretaris lichten deze zaak toe. Betreft eerste
inrichting. Tweede-hands goederen z.i. niet gewenst.
Ook het lid Goverde is tegen tweedehands goederen. Zijn persoonlijke erva
ringen in dit opzicht zijn niet gunstig.
Het lid de Koning vraagt nog, of het gemeentebestuur geen bruikbaar mate
riaal heeft op te ruimen.
De Voorzitter antwoordt ontkennend.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten conform het voorstel
van Burgemeester en Wethouders.