919
De Voorzitter vraagt de Secretaris om in die richting werkzaam te zijn,
indien er inderdaad mogelijkheden zouden zijn0
Het lid Snoeijs zou dan gaarne zien dat dit op korte termijn kan gebeuren;
zou een ruiling tot stand komen, nadat reeds een of meer andere ruilingen heb
ben plaats gehad, dan heeft de gemeente waarschijnlijk geen enkele kans meer.
Het lid Trompers zal gaarne worden Ingelicht over de vraag, of Dekkers be
voegdheid heeft om de nu gekochte gronden ook met anderen te ruilen.
De Voorzitter zegt hierop niet direct een antwoord te kunnen geven; spreker
meent dat dit ons vrij onverschillig kan laten, als de gemeente maar grond
krijgt.
Het lid Trompers wijst er op dat Dekkers toch ook nog over andere grond
beschikt.
De Voorzitter zou zich kunnen indenken, dat vrije grond van Dekkers wordt
verkregen, los van de onderhavige ruil-actie.
Het lid Trompers zegt dat dan dus op andere wijze kan worden geruild en
dat de gemeente dan met het voetbalveld vooruit zou kunnen. Spreker heeft zich
in deze zaak altijd voorzichtig uitgelaten en zou het jammer vinden dat men in
moeilijkheden geraakt. Niettemin kan worden vastgesteld dat Dekkers grond heeft.
De Voorzitter wijst er op, dat aan deze zaak verschillende kanten zitten,
welke onprettig aandoen. Een ieder kan kopen en verkopen, wat en zoveel hem
goeddunkt» In dit geval echter heeft de gemeente roet in het eten gestrooid; de
contracten van voorlopige koop en verkoop waren reeds gesloten v<f<frdat de ge
meente er tussen kwam. Dekkers had de grond dus rechtens reeds gekocht toen de
Burgemeester de Noord-Oost-Polder verzocht de gemeente ter wille te zijn. Het
wespennest is ontstaan tengevolge van de bestedingsbeperking. Deze zaak heeft
een onverkwikkelijk karakter gekregen en het spijt spreker, dat de Baad wan
trouwen ten opzichte van Dekkers aan den dag legt.
Het lid Trompers kan het er niet mede eens zijn,dat Dekkers reeds 14 dagen
had gekocht voordat de gemeente er tussen kwam; hij had immers slechts een
voorlopige koopakte.
De Voorzitter zegt, dat men ook daaraan gebonden is.
Het lid de Koning zegt dat van der Heijden zich reeds gebonden had ten tij
de dat de Raad besliste geen beroep in te stellen en Dekkers zich verplichtte
terug te verkopen aan de gemeente.
De Voorzitte:pfentkent dit; in de eerste plaats moet betrokkene zijn gronden
inbrengen. De Noord-Oost-Polder vraagt dan aan de Stichting Beheer Landbouw
gronden of deze de grond nodig heeft. De Stichting Beheer Landbouwgronden zou
de bewuste grond loslaten en toen is direct contact opgenomen onder mededeling
dat de gemeente deze grond gaarne in haar bezit zou hebben. De daarbij betrok
ken ingenieur berichtte toen, dat van de grond werd afgezien en dat de gemeente
in nader overleg kon treden met de Noord-Oost-Polder, die bereid was de grond
aan de gemeente af te staan» In de brief aan van der Heijden was inbreng bij de
Stichting Beheer Landbouwgronden als voorwaarde opgenomen, hetwelk later werd
gewijzigd ins gemeente Zevenbergen. Van der Heijden is bereid geweest de grond
asm de gemeente te verkopen; hij wilde nl. geen moeilijkheden met de Noord-Oost-
Polder. Dit is ook aan Dekkers medegedeeld, die hierop wilde aanschakelen. Er
is dus van beide zijden bereidheid gekomen. Nader zal worden bezien in hoeverre
de contracten mogelijkheden bieden.
Het lid Snoeijs zegt over deze zaak niet verder te hebben willen spreken,
indien gebleken was, dat Dekkers werkelijk het plan had om 2^ h.a. aan de ge
meente aan te bieden; het schrijven van 12 augustus jl. had echter betrekking
op een onverdeelde boedel, was dus onaanvaardbaar en spreker had hieruit afge
leid, dat Dekkers eigenlijk nergens voor te vinden was.
De Voorzitter vindt het jammer dat Dekkers mede door de besprekingen in de
Raad en publicaties in de pers kopschuw is geworden, en hij kan zich indenken,
dat hierop reaoties zijn gevolgd. Hieruit kunnen juridische kwesties voort
vloeien; als de bewuste ruil niet tot stand zou komen, bestaat er naar sprekers
mening voor Dekkers toch wel een morele verplichting.