944 De Voorzitter zegt, uit de woorden van het lid Beljaars beluisterd te hebben, dat hij tegen het doen van verdere kosten is en de procedure bij de burgerlijke rechter wenst beëindigd te zien» Het ingesteld hoger beroep zou voorts ingetrokken kunnen worden» Wethouder Eland zegt, het voorstel van het lid Beljaars ten zeerste te moeten afraden. Nogmaals stelt spreker uitdrukkelijk dat de industrie steeds is geholpen. Wanneer deze ene woning, gebouwd voor gemeentepersoneel, wederom aan de gemeente wordt getrokken, kan toch niet gezegd worden, dat de Wethou ders de industrie tegenwerken. Spreker hoopt, dat de Raad het standpunt van de Wethouders kan onder schrijven. Mocht de Raad anders oordelen, dan wordt het voor Burgemeester en Wethouders wel moeilijk de Woonruimtewet goed toe te passen# Spreker adviseert deze kwestie tot in hoogste instantie uit te rechten. De Voorzitter vraagt zich af, hoe het dan moet gaan met andere afspraken. Spréker denkt aan Verenigde Coöperatieve Suikerfabrieken en een levensverzeke ringsmaatschappij. Ten behoeve-van een employ! van genoemde maatschappij zijn ook afspraken gemaakt. Het lid Eland antwoordt, dat deze binding niet ten eeuwigen dage kan du ren# De Voorzitter wijst op de ministeriële voorschriften en op de verordening J van de Raad zelf ter uitvoering van de Woonruimtewet# Deze dienen toch ook te worden nageleefd# De President van de Arrondissementsrechtbank heeft duidelijk gesteld, dat de gemeente aan de afspraak gebonden is, zolang de industrie haar verplichtin gen nakomt. De Raad heeft indertijd besloten 2 woningen voor de industrie en 2 woningen voor de ambtenaren. Het lid de Koning informeert naar de verdere procedure. Indien een be sluit reeds is genomen inzake het instellen van hoger beroep, dan dient dit z.i. niet te worden ingetrokken. Wethouder Eland dringt ten zeerste aan op het doorzetten der procedure bij de burgerlijke rechtero Heeft, zo besluit spreker, onze advocaat niet ge zegd, "doorzetten tot het einde, u wint het altijd". Het lid Grootenboer zegt, dat, indien besloten zou worden tot beëindiging der procedure bij de rechter, het verzet bij het college van Gedeputeerde Sta ten normaal doorloopt. Dit college zal dan beslissen. Het lid Snoeijs merkt op, dat met betrekking tot de kwestie van Vloten werd geschreven, dat desgewenst in een besloten vergadering nadere inlichtin gen zouden kunnen worden verstrekt. De aangelegenheid thans aan de orde, leent zich z.i. niet voor openbare behandeling. Dit geldt temeer waar de Voorzitter aan het adres van de gemeentesecretaris bepaalde insinuaties bezigde. De Voorzitter zegt, dat van insinuaties aan het adres van de gemeente secretaris geen sprake is geweest en verzoekt het lid Snoeijs, deze woorden in te trekken. Het lid Snoeijs is voorshands hiertoe niet bereid en kan de bedoelde insi nuaties herhalen. De Voorzitter antwoordt niets verkeerds te hebben gezegd en staat er op dat het lid Snoeijs deze woorden intrekt. Na enige woorden heen en weer tussen de Voorzitter en het lid Snoeijs trekt deze zijn woorden in. Desgevraagd verklaart de Voorzitter nog, dat de n.v. van Opstal geen wo ningen voor zijn arbeiders heeft gebouwd. Overigens is volgens spreker het lid Snoeijs voldoende geletterd om te weten, wat in een vergadering als deze, al dan niet gedaan mag worden. Hij geeft het lid Snoeijs in overweging in den vervolge hiermede ernstig rekening te houden.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1959 | | pagina 34