aan de orde gesteld. Wethouder Eland vergeet dit laatste speciaal te vermel den. Volgens een latere brief zouden twee woningen voor gemeentepersoneel wor den gereserveerd. Wethouder Eland vergeet voorts, dat gezegd is, dat een voor beeld zou worden gegeven aan de middenstand, waarbij spreker dan buiten be schouwing wil laten of deze woningen al dan niet voor gemeente-ambtenaren be stemd waren. In 1951 heeft de Raad, het beleid van Burgemeester en Wethouders door kruist. (ïeen 4 woningen ten behoeve van hoger gemeentepersoneel, doch slechts twee. Inderdaad heeft de n.v. van Opstal de jaarlijkse bijdrage niet afgekocht. De n.v. heeft zich het recht voorbehouden, zich hierover elk jaar te beraden. In deze gedachtegang is afkoop alsnog mogelijk. Zolang de n.v. de verplichting inzake de betaling van de jaarlijkse bijdrage nakomt moet de gemeente zich aan deze civiele afspraak houden. Het past de gemeente niet zich eigen recht te verschaffen. Ook bij de Verenigde Coöperatieve Suikerfabrieken heeft de gemeente er geen streep tussen kunnen krijgen. Doordat de woning niet vrijkwam, is hier niet verder aan gewerkt. Reeds had de Verenigde Coöperatieve Suikerfabrieken zich rechtskundig laten voorlichten. Dezelfde advocaat behandelt thans de be langen van de n.v. van Opstal. Ingevolge de Woonruimtewet dient elke aanvrage naar het moment van aanvrage te worden bezien en behandelt. Spreker wijst op de morele plicht. De overheid moet voor alles vertrouwen wekken. Van de over heid mag ruimte van inzicht worden verwacht. Steeds heeft de vergadering ge vraagd, de woningzoekenden redelijk te behandelen. Wethouder Eland wees wel op het jongste lid der directie. Doch daaajfeaat het niet om. De n.v. heeft recht op deze woning. De n.v. zal voorts zelf bepalen of zij al dan niet woningen zal bouwen. De gemeente dient reëel en eerlijk zaken te doen. Spreker wijst op het grote belang van deze n.v. in het kader van de veiv dere industrialisatie en zegt dat hij zich zou schamen tegenover de aïbeiders, wanneer de gemeente een industrie als deze, naar buiten zou sturen. Alles dient te worden gedaan om de plaatselijke industrieën kans tot uitbreiding te geven. Dringend verzoekt spreker zodanig te besluiten dat de rechten van de n.v. worden erkend. Daarnaast kan gezocht worden naar passende woonruimte voor de Secretaris, door middel van aankoop of bouw. Vervolgens voert wederom Wethouder Eland het woord en zegt, -dit voorop stellende-, dat z.i. het college van Burgemeester en Wethouders indertijd ab soluut fout heeft gehandeld. Deze bevoegdheid had het college niet. En nu wordt j gezegd, dat de huidige Wethouders de industiie willen tegenwerken. Dit is niet waar. Tegenwerking past zeker niet. Het beste bewijs is gelegen in de houding van het college bij de bouw o.a. van de 34 woningen. Hiervan heeft van Opstal woningen ten behoeve van het bedrijf toegewezen gekregen. Indertijd heeft voorts de industrie aan de gemeente een lening aangeboden ten behoeve van de bouw van woningen. In verband hiermede heeft de industrie woningen toegewezen gekregen. Toen de geldmarkt vlotter werd, werd geen geld geleend; toch heeft de gemeente zich aan haar woord gehouden. Niets van de ge dane beloften werd dezerzijds prijsgegeven. De Voorzitter interrumpeert en zegt, dat dit met de zaak niets te maken heeft. Wethouder Eland meent, dat dit wel het geval is en zegt dat de n.v. van Opstal geen klagen heeft. Vijf personeelsleden waren nog ongehuwd, toen zij een woning toegewezen kregen. Dit was erg tegenover de vele anderen in de ge meente. Dit was echter ten behoeve van de industrie. En toch zijn wij dan -zo wordt gezegd-, de industrie niet ter wille. Wij willen de industrie geens zins een nekslag geven, door deze ene woning ten behoeve van de Secretaris te reserveren. Spreker wijst op de omstandigheden waaronder de eigenaar verkeert. De industrie kom zeer zeker aan haar trék. Spreker vermoedt dat de afgevaardigde;

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1959 | | pagina 32