902
De grond welke hem/foebénoort, weegt uit via de boerderij van Meeuwissen.
De andere grond is voor 2/3 deel eigendom. Een en ander werd reeds bezien,
voordat met Timmers en Jongenelen contact werd opgenomen. Misschien is via
ruil iéts te bereiken.
Nogmaals meikt de voorzitter op, dat Dékkers niet verplicht kan worden
voor dit doel grond af te staan. Indien steeds maar critiek op de handelingen
van Dekkers geleverd wordt, zal het moeilijk vallen, hem voor iets bereid te
vinden, Deikkers zal dus z.i. benaderd moeten worden op geheel vrijwillige ba
sis. Een kwestie van"moeten" is er dus niet bij.
Het lid Snoeijs meent, dat toezeggingen moeten worden geëffectueerd. Mis
schien mogen het dan onverplichte toezeggingen zijn. Spreker meent, dat inder
tijd niet bij de Kroon in beroep werd gegaan, aangezien Dékkers te zijner tijd
2^ h.a. aan de gemeente zou afstaan.
Spreker heeft ter zake de notulen niet ingezien. Hoe het zich precies
heeft afgespeeld kan hij dus niet zeggen. Z.i, dienen ook onverplicht gedane
toezeggingen te worden nagekomen.
De voorzitter meent, dat het toch enigszins anders gesteld moet worden.
Het lid de Koning stelt voor, deze aangelegenheid na afloop, in een be
sloten vergadering verder te behandelen.
De voorzitter zegt, dat behandeling in een openbare vergadering hem ge
wenst voorkomt. Persoonlijke kanten meent spreker niet te zien.
Na enige discussie gaat de voorzitter akkoord met behandeling in beslo
ten vergadering.
De vergadering kan zich eveneens hiermede verenigen.
Met betrekking tot het overige onder dit agendapunt, wordt zonder hoofde
lijke stemming besloten conform de voorstellen van Burgemeester en Wethouders.
5. Voorstel tot aanvulling van een vacatu
re in de commissie van advies ingevolge
de woonruimtewet 1947.
Als stemopnemers zullen fungeren de leden Ribbens en Beljaars.
Uitgebracht worden 12 stemmen, waarvan op het lid:
de Gouw 1 stem
Grootenboer 8 stemmen
de Koning 2
Snoeijs 1 stem.
Benoemd is derhalve het lid Grootenboer, die, desgevraagd, verklaart de
benoeming aan te nemen.
6. Voorstel tot opheffing van de gemeen
schappelijke regeling voor de beharti
ging van zwakzinnigen in Breda en omge
ving.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders.
7. Voorstel tot wijziging van de begroting
1958.
Het lid de Koning informeert naar de begrotingswijziging betrekking heb-
bende op het door het Ingenieursbureau van Kleef uitgebracht rapport inzake
voorgenomen demping van de haven. (Uitgave ad f. 1.250,Spreker meent gele
zen te hebben, dat het provinciaal bestuur van mening is, dat bedoelde weg ten
I noorden van de kom dient te worden aangelegd, ergo niet midden door Zevenber
gen (haven tracl).
