—I
835
Het lid Trompers had liever een publieke besteding gezien, waarop de voorzit
ter antwoordt dat dan de financieringsmoeilijkheden weer een rol g««n spelen
en men niet tot uitvoering kan geraken. Ook het belastingbedrag is voor het
lid Trompers nog een bezwaar, doch de voorzitter stelt dat dit een gebiedende
en minimale eis van gedeputeerde staten is. Dezerzijds zal worden verdedigd
dat de bijdrage niet hoger zal zijn.
De voorzitter meent dat een bedrag ad f.15,— toch niet te hoog is gezien
de belangen, welke hiermee gemoeid zijn en de moeilijkheden en kosten welke
men dikwijls heeft met septictanks.
Ook het lid Goverde vindt de belastingheffing bezwaarlijk, vooral nu we
in economisch opzicht minder gunstige tijden beleven. Als deze belastingheffing
noodzaak is, wil hij gaarne aandringen om de mogelijkheid te bezien om met be
trekking tot on- of minvermogenden een soepel standpunt in te nemen.
De voorzitter deelt mede dat het college terzake steeds dit standpunt
heeft ingenomen en dit ook zal doen voor deze nieuwe belastingheffing.
Het lid Eland is verheugd dat het college stappen heeft ondernomen om
gelden aan te trekken, doch dat het renteverschil tot een bedrag van rond
f.150.000,wordt bijberekend in de aanneemsommen, waarvan hij vreest dat
het rijk in deze kosten niet zal bijdragen, vindt hij teleurstellend. Hij had
liever een publieke besteding gezien; nu er minder werk is voor de aannemers
zijn er wellicht gunstige prijzen te bedingen. In dit verband wijst spreker
op de lage aanneemsom voor het werk verbetering van de Langeweg, hetwelk door
de provincie is gegund voor de helft van het begrote bedrag. Ook stelt het
lid Eland de vraag of de pers voor deze vergadering is uitgenodigd.
De voorzitter deelt mede dat een publieke besteding geen zin heeft omdat
de financiering dan niet is verzekerd. Dat de prijs van de verbetering van de
Langeweg is meegevallen is spreker bekend doch de vraag rijst hoe de begro
ting was opgesteld.
Voorts deelt de voorzitter mede dat de pers niet is uitgenodigd gezien
het vertrouwelijk karakter der besprekingen; het had ook gekund dat de pers
een uitnodiging was gestuurd, doch dan zouden de besprekingen in een geheime
vergadering hebben plaats gevonden.
Wethouder Leijs licht toe dat een publieke besteding thans niet wel mo
gelijk is aangezien het werk dan als een z.g. "besmetwerk" wordt gekwalifi
ceerd, zodat een financieel gunstiger resultaat niet kan worden verwacht.
Het lid Eland meent dat de voorgestelde wijze van handelen eveneens
"besmet"werk is en blijft hiertegen bezwaren maken.
Wat de invoering van een rioolbelasting tot een bedrag ad f.5,— per
aangesloten perceel betreft, hieraan heeft hij willen meewerken mede in ver
band met de slechte begrotingspositie. Tot 1958 echter heeft geen heffing
bestaan, welke nu ineens tot f.15,— wordt opgetrokken. Ook tegen deze z.i.
hoge heffing heeft hij bezwaar.
De voorzitter zegt dat het krediet in de vergadering van 22 november jl.
is verleend, dat de werken als zeer urgent zijn aan te merken en dat het ver
antwoord is op het voorstel in te gaan.
Het lid Ooijen kan zich -hoewel de kosten en de belasting hoog is- met
het voorstel verenigen aangezien het hier de volksgezondheid en de hygiëne
betreft.
Het lid van der Made deelt mede het op prijs te stellen dat de voorstel
len reeds nu ter tafel zijn gebracht en zal een spoedige realisering ten zeer
ste waarderen.
Het lid de Koning stelt dat de bestedingsbeperking niet voor niets is
in het leven geroepen. Wil men uit de impasse komen dan moet de politiek van
de regering niet doorkruist worden. Hoe men het ook stelt: we betalen 6en
dit gedurende 30 jaar. Ook hij is van mening dat een publieke besteding finan
cieel voordeliger zal zijn.
De voorzitter licht toe dat ook de aannemer een gedeelte van de winst
laat vallen.