886
Het lid Trompers acht het gewenst, te beslissen nadat meer kan worden
gezegd met betrekking tot de kosten.
De voorzitter wijst er nogmaals op, dat het slechts een principe besluit
is. Het verplicht dus tot niets.
Vervolgens brengt spreker het voorstel in stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt bij verrassing, besloten conform het
voorstel van burgemeester en wethouders.
8. Voorstel omtrent bezwaarschriften tegen
opgelegde aanslagen in de baatbelasting.
9. Voorstel tot het verlenen van een krediet
voor aansluiting van twee percelen op het
waterleidingnet
10. Voorstel tot het verlenen van een krediet
voor woningverbetering en -splitsing.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform de voorstellen van
burgemeester en wethouders.
11. Voorstel tot het verlenen van een aanvul
lend krediet in verband met de verbouwing
van de v.m. jongensschool op de Markt.
Op verzoek van de voorzitter wordt dit punt nader toegelicht door de
adjunct-directeur van gemeentewerken.
Bij de gehouden openbare aanbesteding is gebleken, dat gebrs.Kamp de
laagste inschrijvers waren (f. 37.547,—). Aanstonds hebben zij verzocht hun
inschrijving ongedaan te maken, aangezien zij zich in de berekening hadden
vergist. Het college was van oordeel, dat aan de laagste i.e. aan de gebrs.
Kamp, diende te worden gegund. Hierna werd de gemeente benaderd door de lande
lijke organisatie van aannemers. Deze stelde, dat HoKamp het werk zou willen
uitvoeren voor f.1.000,— minder. Het uiteindelijk bedrag was volgens het col
lege nog te hoog. Nader overleg is hierop gevolgd. Dit resulteerde in een be
drag van f.330686,Met architecten-honorarium van f. 4.000,wordt een
bedrag verkregen van f.38.000,
Het lid de Koning vindt het bedrag aan architecten-honorarium buiten
sporig hoog. Spreker vraagt zich af, of gemeentewerken het ontwerp niet had
kunnen vervaardigen.
Het lid Eland zegt, dat de directeur van gemeentewerken indertijd desge
vraagd verklaarde, het ontwerp bezwaarlijk te kunnen verzorgen.
De adjunct-directeur zegt naar aanleiding hiervan nog, dat ten tijde van
het afleggen der verklaring, dit inderdaad zo was. Als men hem vraagt, of het
op dit ogenblik had gekund, dan is hij geneigd, deze vraag bevestigend te be
antwoorden.
Niet mag worden vergeten, aldus spreker, dat in 1956 hierover werd beslo
ten.
Het lid de Koning brengt een en ander nog in verband met de aanstelling
van een tekenaar. De voorzitter heeft toen gezegd, alle voorkomende werken
dan zelf te kunnen verrichten. Spreker stelt, dat de raad indertijd niet goed
werd voorgelicht. Spreker vindt dit zeer vreemd en zal hieruit lering trékken
voor de toekomst.
Het lid Eland is ook van mening, dat in de toekomst getracht moet worden
steeds en zoveel mogelijk met eigen dienst te werken.
Het lid Ooi jen vraagt zich af, -hoewel over het algemeen voor openbare aan
besteding-, of hier via onderhandse aanbesteding niet meer te bereiken was
geweest i.e. een lagere prijs.