845
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel
van burgemeester en wethouders.
25Rondvraag.
Het lid van der Made informeert:
a<> naar bedoeling van de aan de caféhouders verzonden circulaires. Staat dit,
zo vraagt spreker, misschien in verband met inlichtingen in te winnen door/
t.b.v. het economisch technologisch instituut;
b. naar mogelijkheid inzake vaststelling van het sluitingsuur voor café's op
12 uur;
c. naar mogelijkheid van aankoop van een of twee woningwetwoningen te Zeven-
bergschen Hoek in verband met de nering, gedreven door Kortsmit.
De voorzitter antwoordt:
ad.a. geschiedt inderdaad in verband met het op te stellen rapport door het
economisch technologisch instituut betreffende verbetering woonklimaat;
ad.b. deze bevoegdheid komt toe aan de burgemeester;
ad.c. indertijd werd door de gemeente op het tijdelijke karakter hiervan ge
wezen. Kortsmit diende elders naar een bedrijfsruimte uit te zien.
Spreker wil de mogelijkheid van aankoop van een of twee woningwetwonin
gen nader bezien. Uit het gesprek blijkt, dat Kortsmit liever één dan
twee woningwetwoningen aankoopt.
Het lid Ooijen:
a, vraagt oi" in de toekomst een ingang kan worden gemaakt in de Pastoor van
Kessellaan ten behoeve van het ziekenhuis;
b. brengt onder de aandacht van het college dat het de bedoeling is enige
slaperdijken, na aankoop, af te graven en de grond te benutten voor het
verzwaren van de buitendijken. Spreker meent, dat het tot voor kort verbo
den was, zelfs in bermen van dijken te graven enz. Afgraving komt hem ge
vaarlijk voor.
De voorzitter antwoordt:
ad.a. een en ander is z.i. geen zaak der gemeente. De bestaande afrastering
is in nauw overleg met en conform de wensen van het kerkbestuur door de
gemeente aangebracht. Spreker zal bevorderen, dat gemeentewerken con
tact opneemt met kerkbestuur teneinde de mogelijkheid nader te bezien;
ad.b. de afgraving als bedoeld, is hem niet békend. In dit verband prijst
spreker zich gelukkig, dat o.a. de Dikkedijk en de Achterdijk er in
1955 nog lagen. Overigens kan spreker zich indenken dat dijken welke
als zodanig geen nut hebben, worden afgegraven, vooral wanneer de grond
benut kan worden voor versterking der buitendijken. Tijdens het gesprek
blijkt, dat een en ander veimoedelijk speelt met betrekking tot de
Uilendijk.
Het lid Dekkers heeft van deze dijk niets vernomen. Wel is het hem
bekend, dat het voornemen bestaat de 1e en 2e slaperdijken af te graven.
De voorzitter heeft met betrekking tot de Uilendijk ook iets verno
men. Spreker zegt toe, een en ander te onderzoeken.
Het lid Trompers:
a. zegt, dat de restanten van de woning aan de Zuiddijk nog niet zijn opge
ruimd. In een vorige vergadering had de voorzitter toegezegd, de restanten
met spoed te laten opruimen;
b. wijst op de noodzakelijke verbetering van de Galgenweg. Spreker dacht, dat
het waterschap hierover schriftelijk bericht zou ontvangen.