753
Als plan noord, zou worden gewijzigd, dan vervalt uiteraard ook deze reservering, j
Het lid Eland vraagt of in dat geval ook de vereniging niet gebonden zal
zijn.
De voorzitter meent dit wel te kunnen toezeggen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders.
8. Voorstel tot aankoop van een aantal
woningen, gelegen aan de St.-Joris- j
straat, van mevr.de wed.Ioose-van
Hooft, te Breda.
Het lid de Koning informeert of deze 8 woningen, welke dus afgebroken moe-
ten worden, ook vallen onder de regeling, waarvoor bouwvolumen beschikbaar kan
worden gesteld.
De voorzitter antwoordt, dat het volumen 1957 reeds is toegewezen en gede
puteerde staten niet voornemens zijn voor dergelijke gevallen -het betreft im
mers onbewoonbaar verklaarde woningen, welke dus uit de woningmarkt zijn geno
men- toewijzing te verstrekken. Het is wel de bedoeling deze woningen af te
breken, waarom geen vergunning meer zal worden verleend om deze woningen in ge
bruik te nemen zodra zij vrijkomen.
Het lid Eland zegt dat dit voorstel hem uit het hart is gegrepen en is ver-'
heugd dat eindelijk eens een begin wordt gemaakt met deze krotopruiming, doch
spreker vindt het erg, dat vrijgekomen woningen inmiddels weer betrokken zijn.
De voorzitter zegt dat hem niet bekend is dat hiervoor toestemming is ge
geven; het wederom betrekken kan dus door burgemeester en wethouders worden te
gengegaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders,
9. Voorstel tot tijdelijke verpachting
van grond, gelegen nabij het Lamgat-
seveer, aan J.Oosthoek.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders. De voorzitter deelt nog mede, dat het de bedoe
ling is een betere oplossing te verkrijgen voor het Lamgatseveer, waartoe con
tact is opgenomen met de rijkswaterstaat door het leggen van een effectieve
verbindingin tijdelijke vorm.
10. Voorstel tot het verlenen van mede
werking ingevolge artikel 72 der la
ger onderwijswet 1920 aan het be
stuur van de r.-k. meisjesschool te
Langeweg.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
11. Voorstel omtrent toepassing van arti
kel 13 der lager onderwijswet 1920.
Het lid de Koning betreurt het voor de tweede maal zijn stem te moeten la
ten horen bij een voorstel van de onderwerpelijke aard. Bestudering der stukken
wijst op een erg gulle houding van burgemeester en wethouders. Nadat reeds
eerder met betrekking tot de dochter van belanghebbende volledige vergoeding
was verleend voor het bezoeken van een school elders, terwijl zij voor de
school hier ter plaatse niet geschikt was bevonden, deelt men thans mede dat