793 het valt nog te bezien,of dit reeds per 1 januari 1958 zal kunnen ingaan. De verlaging der uitgaven is daarentegen aanstonds een feit. De heer de Gouw merkt op, dat het daarom dit jaar niet meer zal helpen. De voorzitter zegt dan, dat het juist daarom zo spoedig mogelijk ook dient te worden besloten. De heer de Koning wil .gaarne een enkel woord hierover zeggen en merkt op, dat reeds in de kamers het nodige gezegd is over de bestedingsbeperking. Het gaat over bepaalde uitgaven en investeringen. Wanneer er nu een begrotingste kort is, is er ook een kapitaalstekort. Ter dekking van het begrotingstekort dienen a. de inkomsten verhoogd en b. de uitgaven verlaagd te worden. Spreker acht het reëeler, beide mogelijkheden tegelijk toe te passen. De voorzitter heeft gezegd, dat de eerste mogelijkheid ook het eerst dient te worden toegepast in verband met de goedkeuringen. Spreker wil echter beide te gelijk, en liever de laatste/ee&er, en daarna pas de verhoging der inkomsten. De voorzitter acht het door de heer de Koning geschetste een reëel beeld, doch omdat met verlaging der uitgaven het tekort niet geheel te dekken zal zijn, dient te worden uitgezien tevens naar verhoging der inkomsten. In verband met het korte tijdsverloop vanaf de afkondiging der bestedings beperking, waarbij in samenwerking met de provinciale griffie een onderzoek dient te worden ingesteld, konden voorstellen tot verlaging der uitgaven nu nog niet gereed zijn. Ten aanzien van de verhoging der inkomsten dienen maatregelen gezocht te worden. Straks bij de behandeling der begroting 1958 zullen zich nog wel meer moeilijkheden gaan voordoen. Daarom is het zaak/zo spoedig mogelijk tot verho ging dezer belastingen besloten wordt, wil dit voor de dienst 1958 effecteren. Vervolgens geeft de voorzitter een opsomming van de reeds voorgenomen bezuinigingen, welke f.1.000.000,— beloopt. Er wordt wel gewerkt «hti het uitwerken van diverse plannen, doch deze zullen niet worden gerealiseerd. Ge rekend naar de rijksnormen, zou deze gemeente naar verhouding f.75.000,— moe ten bezuinigen. Om aan de veilige kant te blijven, neemt de voorzitter liever het 4-dubbele aan, dus f.300.000, Het voornemen van het college is evenwel een bezuiniging van f.1.200.000,—zodat daarmede toch zeker voldoende aan de bestedingsbeperking zal zijn gedaan. De schuldenlast der gemeente bedroeg per 1 januari 1957 f.8.500.000,—waarvan f.4.000.000,— voor de woningen. De secretaris geeft hierna een overzicht van de verdeling der overige f.4.500.000,over de diverse hoofdstukken der begroting. Dit.betreft de z.g. "vaste schuld". De "vlottende schuld" beloopt f.6.000.000,— k f.7.000.000,— De in uitvoering zijnde werken belopen thans een bedrag van f.2.760.000, waarvan f.1.900.000,reeds is betaald. Burgemeester en wethouders zullen zich nog nader beraden omtrent verder nog stop te zetten werken. De heer van der Made zegt, de ernst van de zaak wel aan te voelen. Het viel wat rauw op het dak om er nu meteen over .te beslissen. Spreker wil de zaak echter van alle kanten bekijken; hij vraagt, of met name ten aanzien van de reinigingsrechten de mensen verplicht zijn hun huisvuil mede te geven of niet. De voorzitter antwoordt, dat, na het bekende arrest van de Hoge Raad inzake deze materie, het wel vaststaat, dat men mag weigeren zich bij de rei nigingsdienst aan te sluiten. Men mag zich echter niet op andere wijze ervan ontdoen, zodat de inwonenden van de kom bijna niet anders zullen kunnen. De heer Eland zegt dan, dat de voorzitter z.i. de leden wel overtuigd heeft, dat er iets moet gebeuren. Spreker vraagt, of het college bereid is, alle verhogingen op 25$ te brengen. Hij verwijst daarbij naar de huurverho ging, welke ook in etappes is gegaan, en waar bovendien nog looncompensatie tegenover staat. Daarom stelt hij voor, de bestaande belastingen te verhogen met 25$. De rioolretributie zal dan komen op f.2,50. De voorzitter zegt dan, de voorstellen van de heer Eland per onderdeel in behandeling te zullen nemen.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1957 | | pagina 49