reverts xr -iso'w 751 gemeend wordt dat de ligging, de verbinding en de mogelijkheden in ons gewest groter zijn. Het is dan echter zaak tijdig plannen te beramen en in uitvoering te nemen, en van het grootste belang is het nu reeds het klimaat te scheppen om de eerste stoten te kunnen opvangen. In de memorie van antwoord op de begro- j ting heeft de minister ook gesproken over het westen en overig Nederland, waar- bij drie factoren werden onderkend; 1de verdere groei van de randstad Holland vraagt de belangstelling van de centrale overheid 2. een sterke(re) ontwikkeling dient gestimuleerd te worden van die gebieden, welke, buiten het westen, aan diep vaarwater liggen (Hollandsch Diep) 5. buiten het westen moet men een open oog hebben voor de ontwikkeling van de overige gebieden. Het structuurplan van de provinciale planologische dienst gaat uit van een ontwikkeling van Zevenbergen, waarbij met de eerder vermelde factoren wordt re kening gehouden. Elk onderdeel, dat in detailbehandeling genomen wordt ten be hoeve van de thans lopende ontwikkeling, stuit af op tegenstellingen over het geen met West-Brabant en dus ook met Zevenbergen gaat gebeuren. Dat dit remmend werkt laat zich begrijpen. De gunstige ligging van Zevenbergen laat een betere ontwikkeling toe dan thans in feite plaats vindt. Juist omdat deze streek veel arbeiders uit de landbouw afstoot, Zevenbergen als bevolkingskern industrieel ingesteld is, een zekere concentratie van werkgelegenheid gewenst en ook aan trekkelijk is zowel voor de werknemers als voor bus- en treinvervoer, en de aansluiting van Zevenbergen centraal is, bestaat de mening, dat de injectie van gedeputeerde staten, tot uiting gebracht in het welvaartsplan en nadien in de opdracht tot het aanleggen van industrieterrein(en)alleszins juist is, al zou dit injectievolume wat méér en zwaarder kunnen zijn. Het Bovillékanaal, dat, als scheepvaartkanaal voor Zevenbergen perspectie ven opende, is steeds meer op de achtergrond geraakt door het Moerdijkkanaal en de meerdere technische mogelijkheden bij de waterafvoer uit het stroomgebied van de Mark. Rond Moerdijkkanaal en Rovillekanaal speelt echter de waterstand van de Roode Vaart. Zou een nieuwe waterweg ontstaan, dan zal naar alle waarschijn lijkheid een open verbinding gemaakt moeten worden tussen Mark en Roode Vaart. Gevolg hiervan zal zijn, dat het peil in de Roode Vaart 70 cm. daalt, waar door de walbeschoeiing in de kom van Zevenbergen bloot komt te liggen, dat het grondwaterpeil zakt, wat inklinking ten gevolge heeft, en dat scheepvaart niet meer mogelijk is in de kom van Zevenbergen omdat verdieping en verbreding van de haven financieel ondoenlijk is. Het hooghe onraad schap van Mark en Dintel denkt daarom aan dempen, waartegen het gemeentebestuur zich niet verzet, tenzij er een verbinding tussen noord en zuid blijft bestaan om doorspoeling te ver krijgen. Maar al deze plannen hangen nauw samen met de waterwegen. Dat bete kent dus niet meer of minder, dan dat in de kom van Zevenbergen geen sanering kan plaatshebben, hetwsLk toch noodzakelijk is» De landbouw ondervindt van deze trage gang van zaken ook de weerslag. Om zowel rijk als provincie en eigen plannen niet te zeer te bemoeilijken moeten in het uitbreidingsplan grote gedeelten gereserveerd worden, waar vooralsnog niet gebouwd kan of mag worden, omdat op deze gronden plannen zijn ontworpen voor wegen of wateren. Dat ook hierdoor het beleid bij aankoop van gronden moeilijkheden ondervindt, laat zich verstaan. Wat in het agrarisch welvaarts plan voor Noord-Brabant over de bevolkingsgroei en afvloeiing in de landbouw sector wordt opgemerkt, geldt mutatis mutandis voor dit noord-westelijk klei gebied wat minder omdat de boerenzoons door studie e.d. reeds jaren gewend zijn zich los te maken van hun bedrijf, enkele uitzonderingen daargelaten. Voor de landarbeiders ligt het probleem echter zwaarder, en hier kan door deskundig on derwijs veel opgevangen worden. Een intense ruilverkaveling, mits ook voor de verre toekomst doorwerkend, zou economisch voordeel opleveren en voor de gemeen te en passant de nodige grond voor stadsuitbreiding.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1957 | | pagina 3