779
Het lid Eland is van oordeel dat het werk er niet onder mag lij
den, doch het spijt hem dat de dienst dit ontwerp niet zelf kan maken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten overeenkom
stig het voorstel van burgemeester en wethouders.
6. Voorstel tot wijziging van de begrotingen.
7. Voorstel tot verhoging van de maximum-bedra
gen, waarvoor in 1957 kasgeldleningen en
rekening-courant-overeenkomsten kunnen wor
den aangegaan.
8. Voorstellen tot het aangaan van geldleningen.
9» Voorstel tot het geven van een straatnaam.
10. Voorstel tot 18e wijziging van de algemene
politieverordening voor de gemeente Zeven
bergen 1940.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van burgemeester en wethouders.
11Voorstel tot vaststelling van de uitbrei
dingsplannen noord, Prins Hendrikstraat en
omgeving, en Zevenbergschen Hoek.
Het lid de koning kan zich niet verenigen met het formele standpunt van
het college, met betrekking tot de bezwaarschriften gericht aan burgemeester en
wethouders in plaats van aan de raad.
Spreker vraagt of de bedoelde bezwaarschriften tijdig zijn ingekomen. Het
had z.i. op de weg van burgemeester en wethouders gelegen om de desbetreffende
personen van hun abuis op de hoogte te stellen en hen alsnog gelegenheid te ge
ven hun bezwaarschrift aan de raad te richten. Over het algemeen denkt men
vaak, dat, wanneer een verzoek of iets dergelijks aan de raad moet worden ge
richt, adressering aan burgemeester en wethouders voldoende is.
Spreker wil in deze een soepel standpunt innemen.
De voorzitter antwoordt, dat de woningwet voorschrijft dat de bezwaar
schriften tegen de vaststelling of wijziging van uitbreidingsplannen, aan de
raad moeten worden gericht. In de publicatie werd hierop duidelijk gewezen.
Tegen een onjuist geadresseerd bezwaarschrift in behandeling te nemen, heeft
misschien het college van gedeputeerde staten bezwaar.
Overigens werd een dergelijk standpunt reeds eerder door burgemeester en
wethouders ingenomen. Zou nu in een gelijk geval anders woiden besloten, dan
is dit enigszins pijnlijk voor de anderen.
Het lid de Koning informeert nader wanneer het bezwaarschrift van Timmer
mans bij de gemeente is ingekomen. Ha onderzoek blijkt dat dit is ingekomen op
15 maart terwijl de termijn voor indiening van bezwaarschriften sloot op 16
maart 1957Mededeling van abuis, als door het lid de Koning bedoeld, ging dus
bezwaarlijk.
De voorzitter voelt er voor, in de toekomst te handelen als door het lid
de Koning voorgesteld.
Spreker wijst er voorts op, dat bij van Beek en Timmeimans een groot deel
van hun gronden een bestemming heeft ontvangen in het thans nog geldende plan,
daterende van 1942. De klacht van het schoolbestuur staat z.i. hier buiten.
Tevens werd bedoelde brief eerst op 30 maart jl. ontvangen.