r- Bespreking met de leden van de raad op maandag, 4 februari 1957, des namiddags te 18.45 uur ten gemeentehuize over het bouwvolume 1957. Aanwezig zijn de leden: J.C. de Brouwer, J.P.v.d.Made, C.Goverde, P.J.Grooten- boer, M.P.Leijs, W.den Ouden, R.Eland, A. de Gouw, B.A. Ooijen, G.J.van Unnik en G.M.Dekkers. De burgemeester heet de aanwezigen welkom en deelt mede dat het niet de bedoeling is een raadsvergadering te houden doch een bespreking te hebben met de leden van de raad over de plannen van burgemeester en wethouders, welke een gevolg zijn van enige technische en financiële moeilijkheden, die ten aanzien van het bouwvolume 1957 een wijziging in de -volgorde van werken wenselijk maken, en wel in dien zin, dat met handhaving in de loop van het jaar van het genomen raadsbesluit in eerste instantie een andere verdeling van het basiscontingent wordt voorgesteld. Spreker releveert het genomen besluit, n.l. 11 woningen voor de gemeente, 10 ten behoeve van verkoop aan particulieren en 6 voor individuele particulie ren, en 4 voor de industrie, t.w. 2 voor de fa.Hartman en 2 voor de fa. van Op stal. Tevens was hierbij besloten dat de plannen voor eigen bouw (6 indivi dueel 4 industrie) op een bepaalde tijd moesten zijn ingediend. Vijf van de zes particulieren hebben hun stukken reeds ingezonden. Van de fa.Hartman is me dedeling ingekomen dat bezwaar bestaat tegen de bouw van 2 woningen omdat dit economisch en financieel niet aanvaardbaar is; de firma heeft echter van de gegeven toewijzing geen afstand gedaan omdat zij deze woningen hard nodig heeft en zij verzocht daarom deze 2 woningen onder te brengen bij de te bouwen woningwetwoningen. Burgemeester en wethouders staan hier niet afwijzend tegenover. De fa.van Opstal heeft wel bereidheid om de toegewezen 2 woningen te bouwen, doch zij ondervindt momenteel nog moeilijkheden met de benodigde bouwgrond. Aangezien deze moeilijkheden wellicht niet tijdig tot oplossing gebracht kunnen worden moet eventueel rekening gehouden worden met de mogelijkheid van verlies van contingent. Indien niet tijdig kan worden gebouwd zal men ook deze 2 woningen gaarne ondergebracht zien bij de woningwetwoningen. Voor de reeds vermelde 5 particulieren zullen naar sprekers mening finan ciële problemen ontstaan; hiervoor wordt verwezen naar het verschil tussen de oude en de nieuwe premieregeling. Tot 1956 gold een rijkspremie van mwx-imflfll f. 4.500,--; de rest kon voor 85$ worden gefinancierd met een gemeentelijke hypotheek of met garantie van de gemeente. De nieuwe regeling gaat er van uit, dat naast de rijkspremie, eigen geld of bij een bank opgenomen geld moet worden aangewend tot 60% van de resterende bouwkosten, en dat de gemeente zich voor het bedrag, gelegen tussen 60 en 90$ van die resterende bouwkosten, garant kan stellen. Boven de premie kan men dus tot 90$ geld opnemen. De moeilijkheid voor particulieren is echter momenteel aan geld te komen bij een bank. Slaagt men daarin dan zal toch zeker gerekend moeten worden op een rentevoet van 5$. De gemeente mag dus slechts garanderen, doch niet zelf investeren. Wil men echter van de oude regeling gebruik maken, dan zal de gemeente hiervoor geen geld kun nen aantrekken; immers door de thans bestaande geldschaarstè zal hiervoor geen toestemming worden gegeven en zullen aan eventueel toch nog aan te trekken geldmiddelen een andere bestemming gegeven moeten worden. Niet alleen de ver hoogde rentevoet, doch ook het aantrekken van kapitaal zal voor deze particu lieren een handicap vormen. Het gevaar is dus niet denkbeeldig dat de particu lieren voorlopig niet aan bouwen zullen toekomen. Den kansen op financierings middelen worden dus ngeilijker omdat de lasten voor particulieren, die zelf geen geld hebben/groter worden. De 10 door de gemeente ten behoeve van particulieren te bouwen woningen komen in deze gedachtengang in hetzelfde vlak te liggen; de bedoeling was im mers deze woningen na gereedkomen van de hand te doen aan particulieren.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1957 | | pagina 15