1
11
j'
651
Het lid van Unnik verlaat hierna de vergadering.
Het lid M.P.Leijs antwoordt, dat dit behoort tot de competentie van de
raad. Spreker zegt, dat deze aankoop moet worden geannuleerd en dat het besluit
van 19 augustus van de raad gehandhaafd dient te blijven. Zo niet dan zal hij
een motie van wantrouwen indienen.
Het lid Eland legt er nog eens de nadruk op, dat hij aantekening heeft ver
zocht van de zin, dat hij levering wenste in Zevenbergen.
De voorzitter zegt dat het gemeentebestuur de argumentering van de direc
teur dermate gunstig heeft gevonden dat het aldus heeft besloten»
Het lid Grootenboer merkt op, dat dit rapport, van de directeur er niets
mee te maken heeft. Dit heeft de raad niet besloten.
De leden de Koning en Grootenboer zeggen, dat de wethouders wel degelijk
wisten waar het om ging, als de voorzitter dit soms niet wist.
Wethouder Leijs licht de zaak, zoals die naar zijn mening is, toe. Aanvan
kelijk is hier iemand gekomen die een auto wilde leveren. Dit is besproken en
deze kwestie is toen aan het rollen gegaan. Dit heeft spreker gezien als een
kwestie van verdienen. Toen is een rapport gekomen van de directeur. Spreker
had nog dezelfde idee n.l. het verdienen van iemand in de gemeente. Een bepaald
persoon diende z.i. niet te worden uitgeschakeld. In Zevenbergen (kom) heeft
men al jaren de levering van benzine en olie.
De voorzitter zegt, dat wanneer burgemeester en wethouders alles geweten
hadden, zij naar een dealer waren gegaan.
De leden M.P.Leijs en Eland merken op, dat hier om deze kwestie heen wordt j
gedraaid, en vragen wat het gemeentebestuur nu van plan is.
De voorzitter antwoordt, dat de vrachtwagen/Msteld.
Het lid M.P.Leijs zegt, dat een besluit van de raad niet is uitgevoerd.Het
college is buiten zijn boekje gegaan. Spreker wijst op de bepalingen der gemeen-,
tewet. Hij wenst een motie van wantrouwen in te dienen. Zo neemt hij het niet
langer. De raad wordt genegeerd.
De voorzitter vraagt, waarom dan Huijbrechts niet mag leveren, waarop het
lid M.P.Leijs antwoordt dat ook anderen een kans/worden gegeven.
Wethouder de Brouwer zegt dat zijn standpunt was gebaseerd op het laatste
besluit van de raad, doch hij heeft zich erbij neer moeten leggen.
De voorzitter vraagt de raad aan wie hij dan de levering wenst opgedragen
te zien.
Het lid Eland zegt, dat de raad in deze geen bepaalde voorkeur heeft. De
mening van de raad was bekend ook al werd geen uitdrukkelijk besluit genomen.
De voorzitter antwoordt, zich moeilijk te kunnen voorstellen, dat de notu
len onjuist waren of dat er iets uit weg gebleven is.
Het lid Eland zegt, dat de voorzitter de mening van de raad kende.
Het lid M.P.Leijs zegt, het college uit de impasse te willen helpen. Het
moet een Chevrolet blijven, maar niet via Huijbrechts maar via een leverancier
uit Zevenbergen tebestellen. In dit geval is de raad gerehabiliteerd.
De voorzitter zegt dit te willen voorleggen aan het college.
Het lid de Koning merkt nog op, dat de wethouders in elk geval wisten waar- j
om dit geval zo gesteld werd. Dit wekt het wantrouwen van de raad. Dit geval is
voor de raad onbevredigend. Spreker vraagt zich af, waarom Huijbrechts moet le
veren; er zijn zoveel anderen. Waarom, moet overigens de levering van benzine
altijd in Zevenbergen plaats vinden en ook niet eens een keer in Zevenbergschen-
Hoek.
De voorzitter zegt, dat dit moeilijk kan, uit economisch oogpunt.
De voorzitter stelt nogmaals voor deze zaak op te nemen met het college.
Het lid M.P.Leijs zegt, dat indien het college besluit de koop te handha
ven, hij een spoedeisende vergadering wenst.
Het lid de Koning stelt voor, de vergadering te schorsen. Het college van
burgemeester en wethouders kan dan direct zijn standpunt bepalen.
De voorzitter kan zich hiermede verenigen.
Het lid Dekkers verlaat de vergadering.