-
640
VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD
op vrijdag 11 november 1955
des namiddags 18.45 uur.
Aanwezig de leden: J.C. de Brouwer, A.A.L.de Gouw, A.J.J.A. de Koning, C.P.A.
Goverde, W. den Ouden, R.Eland, M.P.Leijs, P.J.Grootenboer,
J.P.v.d.Made, G.M.Dekkers, J.Leijs en G.J.van Unnik.
Afwezig met bericht van verhindering het lid B.A.Ooijen.
Voorzitter: H.E.M.Schaminée.
Secretaris: mr.W.J.Rijnders.
1Opening.
De voorzitter opent de vergadering met het bij artikel 4, 2e lid van het
reglement van orde voorgeschreven gebed.
2. Loting volgorde stemmingen.
Het nummer van volgorde bij eventuele stemmingen wordt bepaald op nr. 10,
zijnde het lid Dekkers.
3. Notulen van de vergadering van 23 sep
tember 1955.
Het lid Eland merkt op, dat hij in de vorige vergadering uitdrukkelijk
heeft verzocht de vrachtauto te doen leveren door een garagehouder te Zevenber
gen (kom)opdat de auto dan ook hier kan worden gerepareerd en onderhouden.
Dit verzoek mist spreker in de notulen.
De voorzitter zegt toe een en ander aan de hand van aantekeningen te zul
len onderzoeken en indien gesteld, de notulen daarmede in overeenstemming te
brengen.
Overigens worden de notulen ongewijzigd vastgesteld.
4. Ingekomen stukken en mededelingen.
Met betrekking tot de stukken genoemd onder A en B, wordt besloten confoim
het voorstel van burgemeester en wethouders.
Met betrekking tot het stuk genoemd onder punt C (bijdrage kosten muziek
onderwijs) zegt het lid van Unnik dat de instandhouding van de school z.i. ge
wenst is. Zo mogelijk ware de bijdrage van f.25,toe te kennen.
De voorzitter antwoordt dat de centrum-gemeente de last behoort te dragen.
Ook het profijt is aldaar gelegen. Een dergelijk standpunt heeft het college
ook in soortgelijke gevallen steeds ingenomen.
Het lid van Unnik repliceert dat het z.i. niet billijk is de aanvrage af
te wijzen.
De voorzitter dupliceert dat naar de mening van het college de uitgaaf in
de privé-sector ligt. In de tweede plaats is het niet gebruikelijk in de loop
van het jaar subsidie toe te kennen.
Het lid van Unnik zegt, dat indien inbreuk wordt gemaakt op de goede gang
van zaken, hij met het voorstel van burgemeester en wethouders akkoord kan gaan.
Met betrekking tot punt D (vergoeding kosten rechtskundige bijstand A.P.
Gabriels) zegt het lid de Koning dat zijn grootste bezwaar niet is gelegen in
de kosten van de rechtskundige bijstand, doch in het onrecht dat Gabriëls z.i.
is aangedaan. Er werd onteigend terwijl een deel van het onteigende niet nodig
was voor de bouw van woningen en wat daarbij behoort.
