675 Het lid Eland heeft er in een vorige vergadering op gezinspeeld dat hij nog zou terug komen op de beloning van de ambtenaren van de burgerlijke stand Het verwekt tegenzin bij spreker, dat de beloning voor de eerste ambtenaar van de burgerlijke stand niet wordt toegekend aan de ambtenaar die met de werkzaamheden is belast. Spreker zou hiervoor gaarne een oplossing zien; hij zou niets liever hebben dan dat het benoemingsbesluit van de eerste ambtenaar van de burgerlijke stand werd ingetrokken of deze aangelegenheid op bevredi gende wijze werd geregeld, desnoods door toekenning van een toelage, waardoor het personeel meer honkvast zou worden. Hij vindt het verkeerd dat de burge meester tot 1e ambtenaar is benoemd en betreurt het dat zulks thans nog zo is het zou spreker aangenaam zijn dat dit nu voor de laatste maal op een derge lijke wijze in de begroting voorkomt. Verder informeert het lid Eland waar de huur van de vlasfabriek is ge raamd voor huur van de vuilnisbelt. De secretaris zegt dat de huur is opgezegd omdat zulks moeilijkheden gaf en aanleiding tot klachten bij de inspecteur van de volksgezondheid. Bij volgnr. 228 van de begroting geeft het lid Eland te kennen dat de straten en pleinen in slechte staat van onderhoud verkeren en dat verbetering dringend noodzakelijk is; er zijn dan ook hogere bedragen op de begroting uit getrokken, doch de vraag is of de voorgenomen werken uitvoerbaar zijn. Spre ker betwijfelt dit. De voorzitter kan hierop niet direct antwoord geven; indien echter de eigen dienst het werk niet aan kan, moet het door derden geschieden. Een en ander is mede een kwestie van plannen door de dienst van gemeentewerken. Hoewel sommige posten vrij royaal zijn opgezet, meent het lid Eland dat de raming voor de algemene begraafplaats te laag is; gezien de hoog nodige sanering, welke daar moet plaats vinden. De voorzitter zegt dat dit wel een gevolg zal zijn van een bepaald plan van gemeentewerken. Het lid Eland betoogt dat de toestand dier begraafplaats bij gemeente werken bekend is en dat hij daarom deze raming niet begrijpt. Gehoopt wordt dat hieraan de nodige aandacht zal worden geschonken; op de 5e klas zijn geen plaatsen meer, op de 2e klas nog 6, terwijl nog 1 kelder beschikbaar is. Het is noodzakelijk op de kortst mogelijke termijn een oplossing te zoeken. Het lid Grootenboer brengt dank aan de mede-leden van de commissie van onderzoek van de begrotingen; ook deze spreker dringt er op aan te bevorderen dat de leden van de raad in den vervolge de begroting krijgen thuis ge stuurd. Het lid Ooijen kan zich verenigen met de vorige spreker; het leverde moeilijkheden op dat de begroting niet thuis kon worden bestudeerd. Spreker vraagt aandacht voor het in orde brengen van de omgeving der nieuwe woningen, en verzoekt in de toekomst bij de te ramen uitgaven ernstig rekening te willen houden met materialen voor bestrating en beplanting. Andere gemeenten brengen dit wel tijdig tot stand. De voorzitter zegt dat aan de entourage aandacht zal worden besteed. Het lid van der Made stelt dat bij toekenning van subsidie aan culturele verenigingen altijd slechts wordt gedacht aan muziek- en zangverenigingen, doch hij meent dat hieronder ook de boogschutterijen behoren te worden betrok ken. De voorzitter zegt dat inderdaad ook deze verenigingen onder deze raming kunnen vallen. Het lid van der Made zegt dat dit betreft een oude, doch vooral dure sport. Hij zou er voor zijn deze ook in het subsidie te doen delen. De voorzitter meent dat eventueel geput zou kunnen worden uit de post subsidie aan sportverenigingen. Vervolgens wordt de gemeentebegroting, alsmede de 1e t/m 4e wijziging daarop, zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1955 | | pagina 115