VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD 665 op vrijdag,50 december 1955 des namiddags om 18.45 uur. Aanwezig de leden: J.C. de Brouwer, M.Leijs, den Ouden, G.Dekkers, C.Goverde J.v.d.Made, B.A.Ooijen, G.J. van Unnik, R.Eland, P.J.Grooten- boer, A. de Koning en A. de Gouw. Voorzitter: H.E.M.Schaminée. jSecretaris: mr.W.J.Rijnders. 1Opening. De voorzitter opent de vergadering met het bij artikel 4, 2e lid van het reglement van orde voorgeschreven gebed. 2. Loting volgorde stemmingen. Het nummer van volgorde bij eventuele stemmingen wordt bepaald op nr. 12, zijnde het lid A. de Gouw. 2a. Verkiezing van een wethouder ter voor ziening in de vacature, welke is ont staan door ontslagneming door de heer J.Leijs. De heer van Unnik zal het op prijs stellen, dat op hem geen stemmen worden uitgebracht omdat hij er zelfs niet over denkt een benoeming te aanvaarden,gelet op zijn hoge leeftijd; hij heeft echter respect voor degene die dit op een der gelijke leeftijd nog aandurft; de stemmingen zullen hierdoor gemakkelijker kun nen verlopen en spreker is hierdoor dus geen belanghebbende meer. Bij de vorige wethoudersverkiezing was spreker op weg naar de 67 jaar; nu hij thans de 69 jaar is gepasseerd meent hij niet meer aan een wethoudersfunctie te moeten beginnen; hij heeft respect voor hen die een benoeming durven aanvaarden. Bij de vorige veikiezing werd als diens tegenstander, of liever naast de heer Ooijen bij lo- Iting de heer J.Leijs benoemd; zou het thans zo vreemd zijn de heer Ooijen in de bestaande vacature te benoemen, vraagt spréker; het lijkt hem althans goed in deze richting te gaan. De voorzitter zegt dat als er zo nog tien sprekers zijn, de benoeming geen moeilijkheden zal opleveren. De heer de Koning lijkt het toch wel gewenst enige woorden te zeggen om trent de wethoudersbenoeming en de redenen die daartoe aanleiding hebben gegeven. Het is spreker een raadsel hoe het college tot de benoeming van de vroegere |wethouder Leijs in de betrekking van adjunct-commies bij de afdeling gemeentewer ken is kunnen komen. Het is logisch dat een oproeping voor gegadigden werd ge- jplaatst nu voor dergelijke aangelegenheden gelden op de begroting zijn uitgetrok ken. Geconstateerd moet echter worden dat bij deze politieke benoeming door het [plaatsen van een advertentie geld is weggesmeten,er waren candidaten, die verre boven de thans benoemde, de voorkeur verdienden er is geen fair play gespeeld, immers tevoren stond reeds min of meer vast wie benoemd zou worden. Spreker vindt het jammer, bij deze benoeming toch had niet het persoonlijk, doch het algemeen belang op de voorgrond moeten staan; dit is niet geschied en men had anders mo gen verwachten, vooral met betrekking tot iemand die bij de laatstgehouden raads verkiezing zelf via een luidsprekerauto meende te moeten propageren, dat niet het persoonlijk,doch het algemeen belang behoort te worden gediend.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1955 | | pagina 105