11/1954-1956
llle AFD.
GEMEENTE-ARCHIEF
ZEVENBERGEN
452
VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD
op Maan dag 1 Februari 19 54
des namiddags 20 uur
Aanwezig de leden: B.A.Ooyen, G.J.van Unnik, W.den Ouden, C.P.A.Goverde, M.P.
Leijs, R.Eland, P.J.Grootenboer, G.M.Dekkers, A.A.L.de
Gouw, M.A.G.Hermus, J.Leijs, J.C.de Brouwer en A.J.J.A.de
Koning.
Voorzitter: H.E.M.Schaminée.
Secretaris: Mr W.J.Rijnders.
1Opening.
De voorzitter opent de vergadering met het bij artikel 4, 2e lid van het
reglement van orde voorgeschreven gebed en spreekt hierna de volgende rede uit.
Dat de opgezwollen Maas met dam en dijk ging slepen,
gaf aan het Buurgewest en mij geen kleine nepen. a
Puntdicht van Piter Nuyts over Zevenbergen.
Het jaar 1955 zal met diep-zwarte letters in de geschiedenis van Zevenber
gen worden aangetekend.
Zette dit jaar aanvankelijk hoopvol in door de vele plannen, welke het ge
meentebestuur op stapel had gezet en liet de heropbouw van de getroffenheid
zich gunstig aanzien door de watersnood op 1 Februari zijn wij vele passen te
ruggeplaatst.
Ons werk geleek een schaakspel, waarin voor ons alle partijen gunstig
stonden. Totdat de tegenpartij, waarop nimmer staat te maken is, n.l. de natuur
door één rake zet, het gehele beeld als met één slag veranderde.
Zware dagen en weken heeft onze bevolking in deze gemeente en elders door
gebracht en moeten doorbrengen. Des te meer respect heb ik voor de opoffering
en de zorgen, waarmede de getroffenen in en buiten de gemeente omringd werden
en de moedige wijze, waarop al die ongelukkigen hun leed wisten te dragen.
De natuur heeft ons volk gehard, omdat wij steeds en door alle eeuwen heen
hebben moeten vechten tegen het water.
Zevenbergen kan daarvan getuigen.
Zevenbergen was vroeger een zeestad, geleggn in Zuid Holland en strekte
zich uit van de Kapelberg tot de molen van Mol/ In 1410-1415 trachtte men een r
dijk te leggen van Zevenbergen naar Broek. Dit werk mislukte; de werklui gingen
instaking./ Het lag in de Grote of Zuidhollandse waard, die 40 K.M. lang en 20
K.M. breed was.
De zorg voor waterkeringen was in de 14e en 15e eeuw zeer slecht gere-
geld, waardoor de dijken hoe langer hoe zwakker werden. Ruzie, naijver en om
koperij weerhielden de polders en landsheren van een degelijke regeling. Er
was vaak twist tussen Zevenbergen en Dordrecht. Deze stad trachtte zelfs de
werklieden van de Heer van Zevenbergen te hinderen. Tussen 1366 en 1422 hadden
er minstens 17 dijkdoorbraken plaats.
Het was dan ook niet alleen door haar natuurlijk gewid, dat op 17/18 No
vember 1421 de St.Elizabethsvloed onheil stichtte. In de weerloze of te zwak be
dijkte landen van de Zuidhollandse waard vond zij een gretige prooi voor haar
geweld. Het Hollands Diep kon tenslotte ontstaan - 16 dorpen werden door het
water verzwolgen. De kom van Zevenbergen schijnt echter gespaard te zijn geble
ven.