432 Voorts zegt spreker, dat, wanneer het Gemeentebestuur van Zevenbergen niet toehapt, er wellicht in de omgeving pogingen in het werk zullen worden gesteld, om de markt aan zich te trékken. Spreker verwacht publiek uit de omgeving van Zevenbergen. Hierin zal o.a. het voordeel van de plaatselijke middenstand in gelegen kunnen zijn. Het lid de Koning is de mening toegedaan, dat de middenstand ter plaatse capabel genoeg geacht mag worden om te beoordelen of iets, al dan niet in zijn belang zal zijn. Tweemaal is door bedoelde verenigingen kenbaar gemaakt, dat zij geen voordeel zien. Het bevreemdt spreker toch enigszins, dat het College van burgemeester en wethouders het blijkbaar nog beter denkt te weten. Hij zal der halve het voorstel van collega Leijs steunen, De voorzitter stelt thans voor, het voorstel van burgemeester en wethouders aan te houden teneinde desnoods overleg te plegen als door het lid Leijs bedoeld Spreker wil dit nog eens rustig overwegen. Het lid M.P.Eeijs vraagt, of dit wel juist is. Hustig bezien is volgens spreker niet voldoende. Hij verlangt een meer positief geluid. Op de door de voorzitter bedoelde wijze wordt de strekking van zijn voorstel voor een groot gedeelte gehandicapt. Er is volgens hem geen enkel bezwaar zijn voorstel aan te nemen. De voorzitter antwoordt, dat het college van burgemeester en wethouders de-* ze zaak, in de geest als door het lid Leijs voorgesteld zal bekijken. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform dit mondeling voorstel van burge meester en wethouders besloten. De overige stukken worden eveneens zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wethouders aangenomen. 5. Voorstel tot wijziging der begrotingen 1953» Het lid M.P.Leijs constateert dat in deze wijziging was opgenomen de z.g. brandstoffentoeslag. Hij is van mening, dat het College van Gedeputeerde Staten het mes er wel wat diep heeft ingezet, ^e argumentering gaat zijns inziens niet ten volle op. We hebben, volgens spreker, met de practijk te maken. De ouders moeten soms nog bijpassen. Op deze wijze worden zij dubbel geslagen. Spreker weet niet waar de schuld van een en ander is gelegen, doch vraagt met klem, bij de beoordeling een ruime basis aan te leggen. De voorzitter geeft enige toelichting en zegt o.a. dat Gedeputeerde Staten er zich tegen hebben verzet om- aan ieder van de hier bedoelde categorie, de toeslag te verstrekken. Het College van Gedeputeerde Staten wenst een en ander te beperken tot de armlastigen. Spreker is voorts de mening toegedaan, dat men in deze soepel zal zijn, overeenkomstig reeds eerder gedan^mededelingen. De voorzitter van het advies orgaan zal zulks in zijn oordeel betrekken. Het lid M.P.Leijs kan zich met dit antwoord verenigen, toch is hij enigs- I zins bevreesd, dat wanneer het een zaak wordt van ambtenaren, zij zich in deze wellicht te veel zullen richten naar het stroeve voorschrift. De voorzitter verzekert dat de beslissing niet bij de ambtenaren ligt. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het voor stel van burgemeester en wethouders. 6. Voorstel tot wijziging van het hervericavelingsj plan. Het lid Eland vraagt of hier voor belanghebbenden geen nadelige gevolgen aan verbonden zijn. Eerst zou worden verkocht, thans zal t.z.t. worden toegewe- zeh. De voorzitter antwoordt, dat hieraan voor belanghebbenden geen nadelige ge-' volgen zijn verbonden.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1953 | | pagina 82