431 van de plaatselijke Middenstandsverenigingen. Zijns inziens is het advies in de laatste raadsvergadering niet geheel juist aan de orde gesteld. Indertijd heeft j spreker gevraagd deze aangelegenheid uit te stellen. Het nieuwe adres is door alle Middenstandsverenigingen in deze gemeente ondertekend.Spreker zou deze kwes- tie nader besproken willen zien, aangezien hij van mening is, dat hierop moet worden ingegaan. Het lid M.P.Leijs is van mening dat deze kwestie van zodanig belang is,dat alle stancterganisaties in deze gemeente dienen gehoord te worden. Dan zal vol gens spreker goed blijken wat er leeft en wordt het voor de leden van de Raad gemakkelijker hun standpunt te bepalen. Het betreft volgens spreker een aange legenheid welke alle ingezetenen aangaat en niet alleen de middenstand. Hij stelt dan ook voor, eerst alle stanctorganisaties van arbeiders, middenstand en landbouwers te horen. De voorzitter antwoordt, dat het besluit door Gedeputeerde Staten is goed- "l gekeurd. Zijns inziens dient de zaak doorgezet te worden conform de bedoeling. i1 Indien mocht blijken dat de weekmarkt geen succes oplevert, dafr zal tot liqui- datie hiervan worden overgegaan. Met de besturen van de Middenstandsverenigingenv ter plaatse werd gesproken. Zij hebben eerder medegedeeld dat een en ander ware te proberen. Spreker voelt er niet voor nogmaals met genoemde verenigingen con- tact op te nemen, aangezien ook op de door de vorige spreker bedoelde wijze niet duidelijk zal blijken wat er leeft in de boezem der standorganisaties. De voorzitter geeft in overweging het standpunt van burgemeester en wethouders te handhaven. Met de middenstandsverenigingen zal wel gesproken worden over de or ganisatie enz. van de markt. Het lid M.Leijs repliceert dat hij vooralsnog niet accoord kan gaan met hetV voorstel van burgemeester en wethouders. Indien overeenkomstig spreker's voor stel wordt gehandeld, wordt het gevoelen vernomen Van een grote groep belangheb- j benden hetgeen volgens hem goede resultaten kan afwerpen. Op deze wijze kunnen de leden van de raad enige verantwoordelijkheid aan de standorganisaties over- De voorzitter dupliceert dat het regeren op deze wijze toch wel moeilijk wordt. We raken hoe langer hoe verder van de wal. Verschil van mening zal blij- ven bestaan. De instelling van de weekmaikt vond plaats om de middenstand te helpen. Blijkbaar wordt er thans anders over gedacht. Volgens spreker is het standpunt van de middenstand niet acceptabel. Wederom stelt hij voor, tot in- stelling bij wijze van proef over te gaan. Het lid de Koning informeert of hier misschien sprake is van een meerder- heidsbesluit van het college van burgemeester en wethouders. Naar aanleiding van deze vraag geeft wethouder de Brouwer als zijn mening weer, dat ter zake niets aan de middenstand tegen zijn wil moet worden opge drongen. Spreker kan zich geheel verenigen met het voorstel van het lid M.P.Leysl welk voorstel hij dan ook zal steunen. Het lid van IJnnik zou iets voor het voorstel van collega Leijs kunnen voe- len indien hier niet reeds werd gesproken van een weekmarkt "als proef". Hij stelt voor, conform het voorstel van burgemeester en wethouders te besluiten. Indien de markt "slaagt" is er, volgens hem, voor de Middenstand voordeel te behalen. Het lid Grootenboer informeert naar de kosten van kramen enz. Indien na korte tijd mocht blijken, dat de Markt niet opneemt, zijn wellicht grote uitga- veitf gedaan. Zijns inziens is dit dan niet verantwoord. De voorzitter antwoordt, dat hetgeen het lid Grotenboer bedoelt, geregeld zal worden door de vakgroep. Voor het gemeentebestuur zal dus financieel geen strop ontstaan. /door de gemeente

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1953 | | pagina 81