429
VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD
op Vrij dag 4 December 19 53
des nëniddags 19 uur
leden: J.C.de Brouwer, C.P.A.Gtoverde, W.den Ouden, A.J.J.A.de Ko
ning, R.Eland, J.Leijs, G.M.Dekkers, M.P.Leijs, P.J.Grooten-
boer, M.A.G.Hermus, A,A.L.de Gouw en G.J.van Unnik.
kennisgeving van verhindering: het lid B.A.Ooyen.
H.E.M.Schaminée.
Mr W,J.Rijnders.
1.Opening.
De voorzitter opent de vergadering met het bij artikel 4, 2e lid van het
reglement van orde voorgeschreven gebed.
2.Loting volgorde stemmingen.
Het nummer van volgorde bij eventuele stemmingen wordt bepaald op nr.8,
zijnde het lid M.P.Leijs.
3» Notulen der vergadering van 13 November 1953.
Het lid de Koning merkt op, dat spreker in de vorige vergadering heeft
gevraagd of de begroting ingaande Zaterdag 14 November ter secretarie voor een
ieder ter inzage zou liggen hetgeen door de voorzitter, volgens spreker, werd
toegezegd. Dit gedeelte komt niet in de notulen voor. Tevens is ook aan de me
dedeling van de voorzitter geen gehoor gegeven. Spreker is des Zaterdags ten
gemeentehuize geweest, doch daar werd hem medegedeeld, dat hij(spreker) er
niets mee te maken had. Spreker geeft desgevraagd toe, zich niet met de secre
taris in verbinding te hebben gesteld. Hij voelt er niets voor de begroting
thans vast te stellen. Wanneer dit te overhaast geschiedt, zullen de leden
straks wellicht hun eigen stommiteiten inzien. Spreker dringt er op aan de be
handeling van de begroting aan te houden.
De voorzitter deelt mede, dat deze kwestie niet aan de orde is.
Het lid de Koning stelt vervolgens de vraag, waarom de begroting niet van
af Zaterdag 14 November ter inzage heeft gelegen.
De voorzitter antwoordt dat bedoeld stuk in elk geval klaar was.
Dit antwoord vindt het lid de Koning niet afdoende.
De ledeh van de raad hebben geen voldoende gelegenheid gehad de begroting
in te zien, terwijl de voorzitter de vorige raadsvergadering heeft toegezegd
dat dit in elk geval zou geschieden.
De voorzitter vraagt waarom het lid de Koning zich, na de mededeling ten
gemeentehuize, niet met de secretaris in verbinding heeft gesteld. Wel is hem
opgevallen dat een raadslid de stukken heeft ingezien voordat de commissie van
onderzoek hieromtrent had gerapporteerd.
Aangezien geen der andere leden op- of aanmerkingen m.b.t. de notulen
hebben, stelt de voorzitter voor, deze thans vast te stellen.
Het lid de Koning protesteert en verlangt het woord.
De voorzitter deelt mede, dat de notulen zijn vastgesteld.
Het lid M.P.Leijs zegt, dat collega de Koning, ingevolge het reglement
van orde voor de vergaderingen van de raad, het woord verlangt. Dit verzoek
moest eerst worden afgedaan.
Aanwezig de
Afwezig met
Voorzitter:
Secretaris: