424
De voorzitter is beslist tegen een dergelijk voorstel. Met de woningbouw voor
het jaar 1954 zal de gemeente vast lopen.
Naar aanleiding hiervan stelt vorige spreker voor, dan alleen dat gene te ontei- 1
genen wat direct benodigd is. De woningbouw mag, ook volgens spreker, in geen
geval stagneren. Met betrekking tot de andere gronden ware nog te wachten.
Het lid de Koning merkt op, dat ook het persoonlijk belang der eigenaren
zeker onder ogen dient te worden gezien. Zij hebben recht op een afdoende en re
delijke schadeloosstelling. Velen worden ernstig gedupeerd. De vergoeding be
draagt ongeveer f.0,85 per c.a. inclusief bedrijfsschade. Bij vorige aankopen is
de gemeente in prijs veel hoger gegaan. Het Prijzenbureau maakte indertijd geen
bezwaar. Spreker stelt vervolgens de vraag, waarom over f.0,15 wordt gevallen.
Ook hierdoor wordt zijns inziens het algemeen belang niet gediend.
De voorzitter antwoordt, dat de gemeente tot op heden zeer soepel is ge
weest. Reeds vanaf 1949 worden onderhandelingen gevoerd. Eens moeten deze worden
doorbroken. Hij kan niet blijven praten met de eigenaren. Voorheen werd gepro-
beerd op individuele basis te onderhandelen waardoor de een wel eens wat meer
of minder ontving dan een ander. Het College van Gedeputeerde Staten zegt thans
waar is het advies van het Prijzenbureau. Indien het Prijzenbureau de voorlopige
verklaring niet afgeeft, verlenen Gedeputeerde Staten in geen geval de goedkeu-
ring. Hier kan de Gemeente niet tussenkomen.
Gaarne ontvangt spreker ter zake de steun van de Raad, hetgeen wellicht i
stimulerend kan weiken bij de laatste poging tot een minnelijke schikking.
Na sluiting der bespreking wordt het voorstel in stemming gebracht en 'Ij
j aangenomen met 8 tegen 4 stemmen.
Voor stemden de leden: van Unnik, de Brouwer, Goverde, den Ouden, I.Leijs,
M.P.Leijs, Grootenboer en Ooyen.
Tegen stemden de leden: de Koning., Eland, de Gouw en Hermus.
Met betrekking tot de andere stukken wordt zonder hoofdelijke stemming be
sloten overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders.
5. Voorstel tot wijziging der begrotingen
1953.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
6. Aanbieding der begrotingen 1954 met
voorstel tot benoeming van de leden der
commissie tot onderzoek der begrotingen.
Het lid M.P.Leijs is enigszins verwonderd over de nieuwe regeling. Indien f'JJ
hij zich niet verbist, is het steeds gebruik geweest Bij de aanbieding de begro-
ting ook bij de stukken was gevoegd. Spreker vermoedt dat eerst de commissie zich
over de begroting moet beraden en dat dan de leden van de Raad gelegenheid ont-
vangen, dit stuk in te zien.
Hij verzoekt, indien zijn vermoeden juist is, ruimschoots gelegenheid te
geven om de begroting in te zien.
De voorzitter antwoordt, dat in het gebruik geen wijziging is gekomen.Spre-
ker heeft dit beeld ieeds medegemaakt. Steeds werd de begroting aningevuld aan
geboden. Het is ook onjuist, stukken als de begroting ter inzage te leggen,in
dien de commissie van onderzoek deze nog niet heeft gezien en accoord bevonden.
Wat het tweede punt betreft, kan spreker mededelen dat ruimschoots gelegenheid
zal worden gegeven de begroting in te zien.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
De voorgedragenen t.w. de leden Grootenboer, de Gouw en Hermus, verklaren
hun benoeming aan te nemen.