418
De installateurs zijn van mening dat de bedrijven zich behoren te beperken
tot de verkoop van gas en tot het toezicht op de verkochte toestellen en in
stallaties. Zij zijn van oordeel dat wanneer de bedrijven eisen stellen aan de
installateurs, om als erkend installateur te kunnen optreden, de bedrijven hen
dan ook in staat moeten stellen om dit beroep op enigsiins rendabele wijze te
kunnen uitoefenen. Wanneer de bedrijven zich op dit gebied begeven vrezen de
installateurs dat zij door de bedrijven met gebruikmaking van overheidskapitaal
vaak, zelfs oneerlijk, kunnen worden beconcurreerd.
De bedrijven stellen hier het volgende tegenover:
1Er zijn vaak verbruikers, welke het op prijs stellen door de bedrijven zelf
te worden geholpen.
2. De zekerheid bestaat dat alleen goedgekeurde toestellen worden gebruikt.
3. Er zijn werkzaamheden die beter door de bedrijven kunnen geschieden, b.v.
voor industriële toepassingen.
4. De bedrijven vaak van mening zijn, dat niet de zekerheid bestaat dat altijd
voldoende vakkundig werk wordt geleverd, ondanks het bestaan van de regeling
erkend installateur.
2oals zo vaak in dergelijke kwesties ligt volgens mij hier de waarheid in
het midden. Er is m.i. alles voor te zeggen om de neringdoenden in hun pogen
om een vaak bedreigde middenstand in stand te houden niet te veel moeilijkheden
te berokkenen. Hier stgat echter tegenover dat deze middenstand in dit geval
de installateur, dan moet zorgen dat hij zich voldoende bekwaamt om het be
roep volgens de regels van de kunst te kunnen uitoefenen, zodat de veiligheid
en de zekerheid van de verbruikers wordt gewaarborgd.
Hiertegenover staat echter dat het niet juist en ook niet nodig is om alle
acties in deze van de bedrijven geheel te verbieden.
Er zullen zich veel te kaak gevallen voor doen, waarin de hulp van het be
drijf nodig is, zoals b.v. bij toestellen van industrieën, bijzondere nieuwe
toepassingen ed..
De juiste houding in deze kwestie is m.i. een goede samenwerking van beide
belanghebbenden, waarbij het streven voorzit om alle werkzaamheden die gevoeg
lijk door de installateurs kunnen worden verricht ook zoveel mogelijk aan deze
over te laten, maar waarbij
de mogelijkheid niet wordt uitgesloten dat ook het bedrijf zonodig actief op
treedt.
Ik denk bij dit laatste b.v. ook aan de steeds meer voorkomende methode
om keukengeysers aan de verbruikers in huur te verstrekken.
Juist dezer dagen is ook in Hoosendaal een dergelijke regeling tot stand
gekomen, echter geheel in vrijwillige samenwerking met de installateurs,waar
mee naar mijn mening de juiste verhouding wordt geschapen. Installateurs en
bedrijven staan dan naast elkaar en niet tegenover elkaar.
Na de hierboven weergegeven algemene aspecten van deze kwestie, wil ik
thans komen tot de gestelde vraag zelf en het hieruit voortvloeiende advies.
Zoals uit het bovenstaande blijkt ben ik het niet eens met de vraag zoals
deze is geformuleerd,daar in deze vraag algehele stopzetting van deze werkzaam
heden door het gasbedrijf voorop staat, hetgeen naar mijn mening te vergaand
is.
Verder worden in de vraag gemeente en particulieren in een adem genoemd,
hetgeen Riet juist is, daar het in het merenieel van de gemeenten usance is
dat het door de gemeente geëxploiteerde gasbedrijf de verzorging van zijn eigen
gebouwen op zich neemt, zulks in volledige overeenstemming met de installa
teurs zelf.
Met gemeentegebouwen wordt dan bedoeld de specifieke gemeentegebouwen,
dus geen gebouwen als bijzondere scholen e.d. welke met subsidie van de over
heid werken.