Otïfii hrf
«rww»Oi«y<itai
415
18. ^oorstel tot het uittrekken van een crediet
voor het verlenen van een brandstoffentoe-
slag aan degenen, die onder de werking van
de Noodwet Ouderdomsvoorziening vallen.
Het lid Eland is de mening toegedaan dat velen die onder de Noodwet Ouderdoms
voorziening vallen, deze brandstoffentoeslag niet nodig hebben, anderzijds zijn
er volgens spreker personen, die de uitkering ingevolge de noodwet niet ontvan
gen, doch z,i, voor de brandstoffentoeslag zeker in aanmerking dienen te komen.
Ook de voorzitter geeft als zijn mening te kennen dat hij ook deze geachte
is toegedaan.
Het lid Eland geeft vervolgens in overweging aan deze zaak veel aandacht t«
besteden. Voor sommigen is de uitkering ingevolge de noodwet Ouderdomsvoorzie
ning een aanklacht.
Het lid Ooyen zegt, dat het toekennen van de toeslag de personen die
collega Eland op het oog heeft, in de Commissie voor Maatschappelijke Zorg werd
besproken. Zeker zal in deze geest worden geadviseerd. Het lid van Unnik kan
zich met de woorden van het lid Eland verenigen, hoewel dit volgens spreker niei
vaak het geval is. Sommigen moesten zich volgens hem inderdaad schamen de uit
kering ingevolge de Noodwet aan te vragen en aan te nemen.
De voorzitter zegt te hopen dat het de Commissie voor Maatschappelijke
Zorg gegeven zal zijn, het nodige onderscheid te maken.
Het lid de Koning zegt, dat door het in herhaling treden door het lid van
Unnik, zijns inziens, de vlotte afhandeling nodeloos wordt vertraagd.
In de vorige vergadering was het lid van Unnik tegen weder invoering van
de mondelinge rondvraag. Hij was bevreesd dat de vergadering zonder directe
noodzaak zou worden gerekt. Thans is volgens spreker het lid van Unnik wel de
gelijk bezig de vergadering te rekken en spreker verzoekt de voorzitter deze
herhalingen te voorkomen.
De voorzitter verzoekt een en ander aan het beleid van de voorzitter te
willen overlaten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders. 19* Voorstel tot benoeming van de leden van de
gemeentelijke instelling voor Maatschappe
lijke zorg.
Het lid Grootenboer had voor de drie prtestantse groeperingen graag drie
dubbeltallen gezien elk van twee namen. Hij heeft uit de stukken gezien,dat
wel drie dubbeltallen zijn ingediend. De Gereformeerden zijn gesplitst over
twee aparte Kerkgenootschappen. V0igens spreker is de Synodale Gemeente van de
Gereformeerde Kerk niet vertegenwoordigd. Spreker is bevreesd dat Haat belangen
niet voldoende zullen worden behartigd.
De voorzitter zegt, dat zijns inziens één vertegenwoordiger uit beide be
doelde groepen voldoende is. Gevraagd werd, tezamen één voordracht van twee per
sonen in te dienen. Zij zijn hierop niet ingegaan. Voorts betreft het hier een
richting welke, over het algemeen, bij de ondersteuning van armen enz. geen be
roep doet op de Overheid. Het is volgens spreker niet verantwoord op het voor
stel van vorige spreker in te gaan. Een juiste verhouding is dan niet meer aan
wezig.
Het lid van Unnik heeft veel respect en waardering voor het werk in het
verleden door de heer Tak verricht in het Burgerlijk Armbestuur. Toch is het
volgens spreker gewenst dat voor Zevenbergschen Hoek in de Commissie voor Maat
schappelijke Zorg iemand zitting neemt, die meer contact heeft met de bevolking
en daardoor de noden beter kent. Het is volgens spreker van belang dat Zr.Cave-
laars als zodanig in de Commissie zitting neemt.