wM 1 ,v 406 Het lid de Koning meent te moeten opmerken dat collega van Unnik in tegen- spraak is met eigen woorden,naar aanleiding waarvan het lift van Unnik antwoordt dat, wanneer colle^ Leijs zegt, dat hij, (van unnik) niet graag laat thuis komt het de waarheid is. Maar kat het lid de Koning heeft opgemerkt, daarmede is spreker het niet eens. Spreker vindt inderdaad dat de schriftelijke rondvraag I voldoende opbracht, terwijl ieder raadslid gelegenheid krijgt vragen te stel- len, althans schriftelijk. Het was aan de leden er voor te zorgen dat de schrift telijke rondvraag^zo productief mogelijk zou zijn. Het lid de oning zou graag willen weten of collega van Unnik wel bekend i' is met het begrip rondvraag. De rondvraag sluit volgens spreker in, staande de vergadering te vragen of er nog leden zijn die iets naar voren willen brengen. •Kis men een juiste defii nitie wil geven, moet men afgaan op het doel. Het doel is juist staande de ver gadering inlichtingen geven of vragen beantwoorden. ij Ha sluiting der beraadslaging wordt het voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde, na hoofdelijke stemming aangenomen met 12 stemmen voor en I de stem van het lid van Unnik tegen. Aangezien de agenda is afgewerkt, wenst de voorzitter tot sluiting der ver-l gadering over te gaan. Het lid de Koning wenst evenwel nog enige vragen te stellen mede in verband met hetgeen zo even is besloten. De voorzitter stelt voor, hiervan op deze vergadering nog geen gebruik te I maken. Het nieuwe college van burgemeester en wethouders is nog niet ingeschoten op de te stellen vragen, ook komt de rondvraag niet als zodanig voor op de convocatie. Het lid de Koning merkt evenwel op, dat thans toch de rondvraag wederom in ere is hersteld en dat de meerderheid van het college zeker zijn standpunt zal delen. De voorzitter geeft hierna toestemming tot het stellen van de vraag. Meergenoemd lid zegt vervolgens dat het eigenlijk meer is dan een vraag. Hij stelt dan voor, een principe besluit te nemen inzake het stopzetten van leveranties door het Gasbedrijf aan de Gemeente®aan particulieren en voorts om bij leveranties aan de gemeente de plaatselijke middenstand indien maar e- nigszins mogelijk, in te schakelen. De voorzitter interiumpeert en zegt, dat dit volgens hem te ver gaat. Een dergelijke aangelegenheid kan niet gerekend worden te behoren tot de rondvraag. Het lid M.Leijs zegt, dat in het kader van de rondvraag tegen het stel- ien van een en ander toch geen bezwaar kan bestaan. Indien de vragen niet staande de vergadering kunnen worden beantwoord kan toch de beantwoording in de volgende vergadering plaats vinden. Na opgemerkt te hebben dat tijdens de rondvraag vragen kunnen worden ge steld geeft de voorzitter gelegenheid tot het stellen van vragen zonder een principe-besluit. Het lid de Koning vraagt: a. de leveranties door het gasbedrijf van artikelen aan de gemeente of aan par ticulieren met uitzondering van kleine voorwerpen, zoals kousjes enz. te wil len stopzetten. j b. alle leveranties aan de gemeente, te willen doen geschieden via de plaatse- 'I lijke middenstand, voor zover de middenstand hierin kan voorzien; c. de vergaderingen van de raad maandelijks te willen beleggen op een vaste dag; d. de raadsstukken minstens twee dagen te voren, gedurende de gehele dag, voor de leden ter inzage te willen leggen; e. een staat te willen o^verleggen vermeldende de opbrengst c.q. de bestemming van de gerooide bomen, gestaan hebbende op de Markt;

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1953 | | pagina 58