405 .preker wil thans voorstellen, hierbij terugkomend op het reeds schrifte lijk ingediend verzoekschrift ondertekend door zeven leden, om de schriftelijke rondvraag, ingesteld bij raadsbesluit van 8 November 1948 in te trekken en daarvoor in de plaats te stellen de mondelinge rondvraag. De brief van de bur gemeester, welke nog geen uur geleden door middel van de bode weid bezorgd, be vat de mededeling, dat dergelijke wijzigingen via het college van burgemeester en wethouders behoren te lopen en (Jat alvorens het Reglement van Orde kan wor den gewijzigd, advies moet worden uitgebracht door een door de Raad ingestelde Commissie en dat een en ander niet staande deze vergadering zal kunnen laats hebben. preker wil in verband hiermede voorstellen, thans door de Raad, staande de vergadering, een commissie te doen instellen. Deze commissie zal, even ;ens staande de vergadering, advies uitbrengen, waarna het besluit van 8 November 1948 kan worden ingetrolsken. De voorzitter antwoordt dat het beter is thans nog geen andere punten aan de agenda toe te voegen. Wethouder de Brouwer zegt, dat in de meeste omliggende gemeenten aan de nieuwe raad een behoorlijke agenda wordt voorgezet en hij ziet niet in, waarom dat ook hier niet mogelijk is. De voorzitter verzoekt de benoemde wethouders hun plaatsen in te nemen aan de bestuurstafel en feliciteert hen met hun benoeming. Na onderling overleg met de wethouders aegt de voorzitter dat hij het beter achtte geen voorstellen op de agenda te plaatsen, doch hieimede te wachten tot het nieuwe college van burgemeester en wethouders zou zijn geformeerd. Zijns inziens bestaat er in dit stadium geen bezwaar, het voorstel een punt van behandeling te doen uitmaken. Het onderhavige voorstel is ondertekend door zeven leden van de raad. De i bedoeling is het raadsbesluit dd.8 Bovember 1948, waarbij de schriftelijke rond-f vraag werd ingesteld, in te trekken en de mondelinge rondvraag wederom in te voeren. Tot die wijziging werd indertijd overgegaan, omdat men van mening was dat een schriftelijke rondvraag meer effectief zou zijn. Het college kon tevoren! informaties inwinnen bij verschillende diensten. Het antwoord kon derhalve meer j gegevens bevatten. Indertijd heeft het voorstel nog al enige reacties gewekt en reeds eerder zijn stemmen opgegaan om de wijziging weer ongedaan te maken omdat men een mondelinge rondvraag nog effectiever vond. Alszodanig is er dan ook geen direct bezwaar het voorstel van de zeven leden aan te nemen. Het lid van Unnik zegt, dat hij er destijds met heel veel genoegen aan medel heeft gewerkt de mondelinge rondvraag af te schaffen en verklaart zich niet be- reid zijn stem te geven om de mondelinge rondvraag weer in het leven te roepen, 'i Wanneer van de schriftelijke rondvraag geen gebruik zou worden gemaakt, zou spreker een ander standpunt innemen. De rondvraag levert zijns inziens voldoen-, de op. Het kan best, dat een mondelinge rondvraag nog meer oplevert, maar dan ontstaat wellicht een toestand, dat bij een raadsvergadering van 1 uur, een rondvraag komt van 2 uur. Indien overwerkvergoeding betaald kon worden dan was het nog tot daar toe, maar het nieuwe college zal daar wel geen kans toe zien. i it laatste is volgens spreker slechts sarcasme. Hij verklaart zich persé tegen wijziging van het reglement en derhalve tegen het voorstel van burgemeester en i wethouders. Het lid M.Leijs merkt op, dat het hem niet verwondert, dat het lid van Un nik alzo spreekt. Hij was nl. in 1948 ook al bang te laat thuis te komen. Verschillende malen is de schriftelijke rondvraag al oorzaak geweest, aldus spreker, dat de belangen van de gemeenteleden niet voldoende konden worden be- hartigd. Het is zijn hartewens dit artikel van het Reglement van orde neer in oude luister te zien hersteld. Spreker ondersteunt het voorstel van burgemees ter en wethouders ten volle. Wanneer hierdoor de vergadering te lang zou duren, zal niemand het bezwaarlijk vinden dat het lid van Unnik de vergadering voor de sluiting verlaat.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1953 | | pagina 57