398
De voorzitter, de heer Eland antwoordend, zegt, zich niet te kunnen inden
ken dat men hier later spijt van zal kunnen hebben.
tfat de vraag van de heer Eland t.a.v. de vertegenwoordiging betreft, merkt
spreker op, dat deze vertegenwoordiging een getrouwe weergave van de bevolkings
groepering is. Immers, de commissie zal worden gevormd door:
1 Nederlands Hervormde, 1 Gereformeerde en 1 R.Katholieke vertegenwoordiger
voor Zevenbergen;
1 Rooms Katholieke vertegenwoordiger voor Zevenbergschen Hoek en
1 Rooms Katholieke vertegenwoordiger voor Langeweg.
De suggestie van de heer Eland, om een protestant in burgemeester en wet
houders op te nemen, is nu eenmaal een eamogelijk te verwezenlijken constructie
De heer Eland merkt op, dat de commissie wel goed samengesteld zal worden,
doch zij is sLechts adviserend, niet besturend.
De voorzitter repliceert, dat wanneer bij de wethoudersverkiezing in de
nieuwe raad een protestante wethouder zou worden gekozen, de gehele zaak voor
de heer Eland zou zijn opgelost.
De heer Leijs vraagt vervolgens het woord, en verzoekt de heer van Unnik,
al heeft deze ook medelijden met de nieuwe raad en zou hij gaarne naqr huis
willen gaan, of deze toch nog even wil bli'jven zitten.
Daarna wijst spreker op de volgende feiten:
1Hoeveel leden zullen gelegenheid hebben gehad deze aangelegenheid goed te
bestuderen. Bovendien staan in het voorstel zoveel vreemde woorden dat men
er een dictionnaire nodig heeft om alles goed te kunnen lezen.
2. tevens is het de leden onmogelijk gemaakt om nog overleg te plegen met di -
verse instanties, omdat de tijd veel te kort was.
Het lijkt spreker daarom beter, dat de leden voldoende gelegenheid krij
gen een en ander nader te bestuderen, weshalve hij voorstelt, dit punt van de
agenda terug te nemen. De raadsleden die in de nieuwe raad niet meer terugke
ren zullen er volgens spreker geen prijs op stellen ten deze nog een beslissing
te nemen.
De voorzitter antwoordt de heer Leijs, het heel begrijpeüjcte kunnen vin
den dat dit voorstel wordt aangenomen, juist in het kader van en ter afsluiting
ener periode van 4 jaren sociale opbouw waarin de groei van het maatschappelijk
werk een grote plaats heeft ingenomen. Spreker kan het daarom niet met de heer
Leijs eens zijn.
De heer Leijs stelt daarop voor het voorstel van burgemeester en wethou
ders van de agenda af te voeren, doch aangezien spreker daarin aSLéén gesteund
wordt door de heer Gelens, kan dit voorstel niet worden aanvaard.
Daarna wordt het voorstel van burgemeester en wethouders zonder hoofde
lijke stemming aanvaard, waarbij echter de heer Leijs verzoekt aantekening te
stellen dat hij fieeft tegen gestemd.
XXI. Voorstel tot het verlenen van mede
werking ingevolge artikel 72 der Lager
Onderwijswet 1920 aan het bestuur der R.K.
Meisjesschool te Langeweg.
Met algemene stemmen wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten.
XXII. Hondvraag.
De heer Eland zegt, dat het hem ter ore is gekomen, dat eerder op de dag
aan zijn adres beschukdigingen zijn geuit, waarbij spreker zelf niet tegenwoor
dig was. Spreker hoopt daarom, dat dit thans nog eens zal worden herhaald, zo
dat hij van repliek kan dienen.