597
Na hoofdelijke stemming wordt dit echter verworpen met 7 stemmen tegen en
6 stemmen voor, Tegen stemden de heren: van Uhnik, van den. Dries, Ooyen, van r
den Bemt, van Oers, Gelens en Balemans.
Hierna wordt met algemene stemmen besloten overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders.
XX. Voorstel tot wijziging van het regle
ment van het Burgerlijk Armbestuur.
De heer Leijs had liever gezien dat dit voorstel in de volgende vergade
ring aan de orde gesteld was en wel omdat er bij de stukken een rapport is,
ondertekend door voorzitter en secretaris van het Burgerlijk Armbestuur,waar
uit blijkt, dat het Burgerlijk Armbestuur tegen de voorgestelde wijziging is. r
Spreker vraagt zich af of de afdeling Sociale Zaken ter secretarie nog niet
voldoende belast is en of dit er nu ook weer bij moet. Dit zal aanleiding zijn
-volgens spreker - tot grote moeilijkheden.
oalè de gang van zaken nu is, gaat het toch goed, waarom dan deze wijziging,
vraagt spreker. Hij had liever gezien dat de nieuwe raad zich over deze aange- 3
legenheid zou uitspreken omdat die in de nieuwe zittingsperiode met de gewij
zigde instelling moet werken, vooral ook omdat de wijziging nogal ingrijpend
van aard is.
De heer van den Dries: "Dat kunnen wij ook wel!"
De heer Leijs vervolgt met te zeggen dat hij het redelijk kan achten dat
de lopende zaken nog door de oude raad worden afgewerkt, doch kan dit punt
van de agenda onmogelijk als een lopende zaak beschouwen en verzoekt daarom
dit te willen terugnemen.
De voorzitter meent met de heer Leijs van inzicht te moeten -verschillen 8
cmtrent het begrip "lopende zaken". Spreker wijst in dit verband op de Tweede
Kamer, die toch zoveel mogelijk alles afwerkt, zodat de raad heus geen andere
opvatting oehoeft te hebben. Bovendien is, volgens spreker deze kwestie al jaren
in behandeling, zodat men niet kan spreken van een zaak die nieuw is. Tengevolge
van de watersnoodramp evenwel is dit voorstel vertraagd. Overbelasting van den
dienst van Sociale Zaken behoeft niet te worden gevreesd, het werk wordt reeds
grotendeels door deze afdeling verricht. Het accent ligt op een goede damen-
werking van het college van burgemeester en wethouders en het Burgerlijk Arm
bestuur.
De heer van Uhnik merkt op, dat hij medelijden begint te krijgen met die
nieuwe raad.^
De heer Eland vindt het inderdaad een grote overgang, doch kan de grootte
daarvan/X"nu nog niet precies_overzien) en de moeilijkheden welke het een en
ander met zich zal brengen./Spreker heeft gezien hoe het college het zich voor-
stelt, doch heeft hiertegen wel enig bezwaar; zijn vraag is of het niet anders
kan. preker memoreert hoe het zal worden. Het bestuur bestaat uit burgemees
ter en wethouders, daarnaast komt dan de commissie van advies, bestaande uit
5 leden; omdat dit een advies-commissie is heeft deze commissie dus geen bevoeg
heden, de leden kunnen slechts adviezen geven. Deze adviezen zullen wel van
invloed zijn op de beslissing van het bestuur, doch het blijft mngr een advies.
De minderheid van de bevolking, de Protestanten, krijgt nu niets meer te zeg
gen. In het bestuur komt nu geen Protestant. Sprekers vraag is daarom:Is het
niet mogelijk een protestant in het bestuur op te nemen, temeer, waar de ad
viescommissie van 5 leden aangevuld wordt met een lid van het college van burge
meester en wethouders. Die commissie bestaat dan uit 6 leden, dus: de stemmen
kunnen staken, zodat het zijns inziens beter ware, zolang er nog geen protes
tant deel uit maakt van het college van burgemeester en wethouders, dit colle
ge met een protestant aan te vullen voor de zaken het Burgerlijk Armbestuur
betreffende. Spreker vreest, dat men anders wel eens spijt kon krijgen.