593 XIII. Voorstel tot vaststelling van een verordening reinigingsrechten. De heer Eland zegt vddr deze gewijzigde verordening te zijn. In de tot nu toe geldende verordening school zijns inziens grote onrechtvaardigheid en hij betreurt het, indertijd er aan mee gewerkt te hebben de bevoegdheid aan burge meester en wethouders te delegeren. Thans, onder de bestaande verordening is ieder, die langs de route van de rerugingsd lenst woont, verplicht reinigingsrechten te betalen; waar geen routes zijn aangegeven zijn de mensen vrij van betalen. Spreker doelt hier op de Achterdijk vanaf de Suikerfabriek tot aan Calis- hoek(nr.73J. Zo kan het voorkomen, dat mensen die zelf een vuilnisbelt en var kens hebben, aangeslagen worden in de reinigingsrechten, terwijl diegenen die hun huisrail mee willen geven, daartoe geen kans hebben omdat zij wonen buiten de door burgemeester en wethouders vastgestelde route. Volgens, spreker moet meer rekening worden gehouden met de bevolkings-groe- pen. Het tweede gedeelte van de Achterdijk heeft juist een landbouwende bevol king, het eerste gedeelte daarentegen niet. °preker stelt daarom voor, ofwel de gehele Achterdijk in de route op te nemen, of niet. De voorzitter antwoordt, dat dit niet meer mogelijk is. De afwijkingen van thans zijn geregeld op last van de Minister. De heer Eland vraagt vervolgens of de aanslagen van dit jaar nog veranderd kunnen worden. Volgens spreker zit hier een onrechtvaardigheid in. De voorzitter antwoordt, dat de kohieren reeds de deur uit zijn, terwijl het volgens de rapporten van gemeente-werken niet economisch is daar vuil op te halen. De heer Eland daarentegen meent dat het wel economisch is, men behoeft er niet eens voor terug te rijden wanneereSet vuilnis stort op de belt te Zeven- bergs chen Hoek. Spreker kan niet begrijpen dat burgemeester en wethouders deze beslissing genomen hebben. De heer Leijs zegt, het met de heer Eland eens te zijn, terwijl hij tevens nog enige andere dingen wil opmerken. Spreker vraagt zich af of op het gemeente huis bekend is welke gezinnen een vuilnisemmer hebben; er zijn verschillende mensen die een aanslag hebben gehad, doch die geen emmer hebben. De voorzitter merkt op, dat ieder die langs de routes woont, moet betalen. ■"e route is maatstaf, niet de emmer. Per 1 Januari 1954 wordt het zo, dat ieder, die aangeslagen wordt, ook in i het bezit zal zijn van een emmer. Spreker wijst er voorts op, dat men zich de gang van zaken goed moet reali seren. Het ligt niet aan het college van burgemeester esn wethouders, alles is geregeld volgens richtlijnen van de minister. Wij moeten ons dus neerleggen bij deze beslissingen. Alles is gedaan om de dienst exploitabel te maken. Tot 31 December 1953 moeten wij derhalve deze aflopende zaak accepteren. De heer Leijs zegt, al eerder opgemerkt te hebben, dat op den duur de vuil-' nisauto te bezwaarlijk zal worden. L Voor de beslissing die bij de aankoop van deze dure wagen gevallen is,moe- I ten de mensen nu betalen. Dit vindt spreker sneu en onrechtvaardig. Diegenen, die van de dienst profiteren, moeten betalen, doch zij die er geen gebruik van maken, dan ook niet aanslaan. Eerst kreeg men geen aanslag, nu twee! De voorzitter zegt hierop, dat men het zo moet stellen: de inwoners uit de bebouwde kom zijn erop aangewezen hun huisvuil met de vuilnisauto mede te geven uit een oogpunt van volksgezondheid; in sommige gevallen vroegen de mensen zelf of zij vuil konden meegeven.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1953 | | pagina 45