I 588 De heer van ünnik meent dat er in Zevenbergen niet voldoende gegadigden zullen zijn voor houten woningen. Gevreesd wordt, dat het gemeentebestuur de bewoners van Zevenbergschen Hoek zal suggereren, dat zij gebruik kunnen maken van de houten woningen in Zevenbergen. Spreker moet inderdaad zwichten voor de door de voorzitter aangevoerde argumenten hetgeen inhoudt, dat wel 7 der hou ten woningen aan Zevenbergen kunnen worden toegewezen, om 10 stenen woningen in Zevenbergschen Hoek te houden. Spreker kan zeer goed aanvoelen, dat de woningbehoefte in Zevenbergen gro ter is dan te Zevenbergschen Hoek, alwaar men gaarne genoegen zal nemen met deze voor Zevenbergen geprojecteerde houten woningen, en waardoor Zevenbergen dan van 10 stenen woningen extra kan profiteren. Als aan Zevenbergschen Hoek naast dezel 5 houten woningen nog 5 stenen woningen worden toegewezen, dan gaat spreker daarmede accoord ondanks de latere verwijten, waaiwer de voorzitter heeft ge sproken. Het verdient immers de voorkeur dat de geevacueerden voor de winter in houten woningen kunnen terugkeren boven nog langer wachten op stenen woningen. De voorzitter zegt dat deze houten woningen eigenlijk thuis behoren in een bosrijke omgeving op ruime onderlinge afstand; dit laatste is uiteraard in deze gemeente onmogelijk, omdat men zich dit financieel niet kan veroorloven. Overi gens kan de voorzitter er mede instemmen, dat het psychologisch een belangrijke factor is, de mensen zo snel mogelijk te laten terugkeren. De heer van der Made is van mening dat deze 15 woningen moeten worden ge zien als een gift aan de slachtoffers. Uiteraard komen daar wel opbouwkosten bij. Thans blijkt echter dat deze woningen worden opgenomen in het algemene plan van woningverdeling. Nu deze 15 houten woningen als gift bedoeld zijn, zouden zij zonder meer in Zevenbergschen Hoek moeten worden geplaatst en moeten zij voor het contingent buiten beschouwing gelaten worden# De voorsitter zou dit onbillijk vinden uit een oogpunt van bestuurlijk be- j leid. De heer Balemans wenst vast te stellen, dat -mochten deze 15 houten wonin- pn te Zevenbergschen Hoek worden geplaatst, daaimede de gronden, bestemd voor herbouwplichtigen, zouden zijn bezet. Wat moet er dan gebeuren over 10 of 15 jaar als deze houten woningen minder in trek zullen zijn. Bij verdeling over Zevenbergen en Zevenbergschen Hoek, wordt ook in dit bezwaar gedeeld. De heer van Unnik acht spoedige terugkeer van de bewoners van Zevenberg schen Hoek van primair belang; dat zij aldaar kunnen blijven woren, is van grote betekenis. De heer Leijs heeft in de vorige vergadering gezegd, dat hij aan Zevenberg schen Hoek met een aantal woningen misgunt, doch dat de woningnood in Zeven bergen het grootst is. Als nu zou worden besloten in de geest, zoals de heer van Unnik voorstaat, zou Zevenbergschen Hoek na verloop van enkele jaren in moeilijkheden kunnen geraken. Spreker onderschrijft de mening van de heer Bale mans. Deze houten woningen zijn ten slotte slechts blokkendozen, zegt spreker; als deze geplaatst worden op een goede fundering in het niet gemakkelijk ze naar een andere plaats over te poten en het zou toch jammer zijn dat dientenge volge de woningnood in Zevenbergen niet kan worden opgelost. Overigens kent ook Zevenbergen zijn getroffenen, en spreker kent persoon lijk twee mensen, eveneens getroffenen, die gaarne van Zevenbergschen Hoek naar Zevenbergen zouden verhuizen. Ook hiemede moet rekening worden gehouden, omdat dit kan betekenen dat er woningen te Zevenbergschen Hoek zullen blijven leeg staan. e De heer van Unnik zegt er ui teraard geen bezwaar tegen te maken als men geheel vrijwillig van Zevenbergschen Hoek naar Zevenbergen wenst te verhuizen; degenen echter, die in Zevenbergschen Hoek wensen te blijven, moeten daartoe in de gelegenheid worden gesteld.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1953 | | pagina 40