384 Naar sprekers inzicht liggen de zaken als volgt: Toen bekend was geworden dat het V.V.O.kantoor zou worden verplaatst heeft de wed.Jaquet zich onmiddel lijk in verbinding gesteld met de directeur van gemeente-werken met de vraag of zij deze grond kon kopen, waarop werd geantwoord dat zulks nog nader bezien moest worden; er was n.l. nog niet bekend of de gemeente tot verkoop zou over gaan, omdat de aan dit pand gespendeerde kosten nog niet waren terugontvangen, ïïiteraad kan spreker zijn vermoedens niet bevestigen, doch hij meent hieruit te kunnen concluderen, dat de wed,Jaquet met haar verzoek de eerste was. Schrifte lijk verzocht zij te mogen kopen reeds bij brief van 11 September 1952. Toen bleek dat de wed.Jaquet door de dienst van gemeente-weiken van het kastje naar de muur werd gestuurd, heeft zij een onderhoud met de burgemeester aangevraagd, die haar vroeg een eenvoudig schetsplan in te dienen, hetgeen is geschied.Hier bij zou echter niet ter sprake zijn gekomen, dat het een volwaardig plan moest zijn. Wel werd bericht ontvangen, dat hierop niet kon worden ingegaan. Dit was overigens begrijpelijk. Na verloop van tijd, thans 2 of 3 maanden geleden, is de wed.Jaquet wederom j bij de burgemeester geweest met de vraag of zij zou kunnen kopen. Eerst toen is haar ter ore gekomen, dat met een ander werd onderhandeld, waarna zij zich met spreker in verbinding heeft gesteld. Spreker heeft haar medegedeeld van mening te zijn dat zij de voorkeur behoorde te krijgen omdat zij Mburig erf nodig heeft voor haar bedrijf, voor het opslaan van meubelè en voor uitbreiding. In dit verband is destijds ook aan Jansen en aan Dirkzwager alle mogelijke medewer king verleend; waarom dan aan de wed.Jaquet niet? Er zou juist reden tot dank baarheid moeten zijn, als winkeliers hun zakenpanden wensen uit te breiden. Wel iswaar kan zij niet in een ruime beurs tasten, doch als zij niettemin zou beslui ten tot bouw van een pand zoals burgemeester en wethouders zich dat voorstellen, moet de gelegenheid daartoe niet onthouden worden. Inderdaad zou dit voor Beekers, die al zoveel verder met zijn plannen is ge vorderd, onprettig zijn, doch deze zou op de eerste plaats nog over de uitgang moeten procederen en voorts kan hij op een andere mooie plaats in de gemeente bouwen. De wed.Jaquet is echter aan haar bestaande zaak gebonden. Het kan vanzelf-, sprekend wel iets langer duren, voordat de wed.Jaquet de bouw heeft gerealiseerd, och ook al om moeilijkheden voor Beekers te voorkomen lijkt het gewenst en recht- aardig, dat verkocht wordt aan de wed.Jaquet. Voor het geval, dat bij een even tuele procedure Beekers in het gelijk gesteld zou worden, zou de wed.Jaquet boven dien nog gedupeerd zijn, omdat zij dan niet meer over een uitgang kan beschikken. De voorzitter meikt op, dat deze aangelegenheid van beide katten uitvoerig is toegelicht en dat het wel zeer moeilijk is om een verantwoorde beslissing te hemen. Hetgeen de heer Eland heeft medegedeeld met betrekking tot de directeur van gemeente-werken was ook spreker wel bekend. De directeur echter, die een uitste kend geheugen heeft, kan zich niet herinneren dat de wed.Jaquet hem gevraagd heeft te kunnen kopen; hij is bovendien volkomen op de hoogte van de houding, welke in dergelijke gevallen door burgemeester en wethouders wordt aangenomen, weet dus dat voorkeur gegeven wordt aan degenen, die een herbouwplicht hebben te Vervullen en zal dus zeker van de gedachte uitgegaan zijn, <ht hij, zeker in dit Ieval, geen positieve toezeggingen moest doen. Op 11 September 1952 is inderdaad een schetsplan door de wed.Jaquet inge- iend; dat dit voor verbetering vatbaar zou zijn, is niet waar; spreker heeft daarop meteen de aantekening gesteld, dat het niet deugde. Haar is dan ook mede gedeeld dat dit plan zich noch architectonisch, noch aesthetisch verdraagt met dje overige panden aan de Noordhaven,Zij kan een groot gebouw niet financieren en tdeze reden hebben burgemeester en wethouders dit plan min of meer ter zijde ge ven, temeer omdat de vrees bestond, dat een of ander min of meer zou worden ge- biruikt als middel om de uitgang van het bedrijf aan zich te houden.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1953 | | pagina 36