582 VI, Voorstel tot aankoop van grond, gelegen aan de Noordhaven, aan Mw de wed.Jaquet. De voorzitter merkt op, dat dit voorstel^nigszins te sterke bewoordingen is gesteld, en dat daarom nog een aanvulling daarop is gevo^gl, waarin dé uitein delijke beslissing gaarne in handen van de raad wordt gelegd. De heer Leijs zal gaarne worden voorgelicht wie van de beide gegadigden het eerst heeft verzocht om deze grond te kunnen kopen, wed.Jaquet dan wel Beekers. Het komt de voorzitter voor, dat het goed zal zijn een meer gedetailleerd overzicht te geven ex^^elt mede, dat deze grond aan de Noordhaven niet is ont eigend, doch door de gemeente is aangekocht nadat gebleken was dat de toenmalige eigenaar geen belangstelling had voor herbouw. Op deze manier kon de wijze,waar op bebouwing zou plaats vinden, in de hand gehouden worden. Mede in verband met eventuele demping van de haven is het van belang er voor te waken dat aldaar slechts volwaardige panden, welke in het gehele straatbeeld passen worden opge trokken. Bij het van de hand doen van dit bouwperceel zijn burgemeester en wethouders- er van uitgegaan, dat dit op de eerste plaats behoort te geschieden aan personen die een herbouwplicht hebben of overgenomen hebben. Een der gegadigden Beekers, heeft zich reeds spoedig nadat bekend was gewor den dat de V.V.O. het pand zou verlaten, bij de afdeling gemeente-weiken gemeld om inlichtingen. De directeur van gemeente-werken adviseerde Beekers een herbouw plicht over te nemen en een echetsplan te laten maken. Beekers heeft hieraan via een opdracht ««n een architect voldaan en is hiermede naar de afdeling gemeente werken gegaan ter verdere bespreking, waarbij hij mededeelde in onderhandeling te zijn over een herbouwplicht. Hij had hierbij 2 plaatsen op het oog t.w. de voormalige woning van Donkers aan de Zuidhaven en de onderhavige grond aan de Noordhaven. Blijkbaar zijn door de directeur van gemeente-werken in meerdere of mindere mate bepaalde toezeggingen gedaan; de dienst van gemeente-werken is uiteraard volledig op de hoogte van de opvattingen van het gemeentebestuur over de herbouw van winkelpanden en wist dus dat het project van Beekers aan de verschillende voorwaarden voldeed. Beekers zal uit deze toezeggingen vanzelfsprekend conslusies, hebben getrokken, dat hij deze grond toegewezen zou krijgen. Zulks lag ook in de rede. Er zouden geen moeilijkheden zijn gerezen als niet ook de wed.Jaquet op het toneel zou zijn verschenen. Zij verzocht de naast haar pand gelegen grond te mo gen kopen, teneinde haar bestaande zaak te kunnen uitbreiden door daaraan een showroom voor baar meubelzaak toe te voegen. Zij stelde daarbij voorts, dat de uitgang tussen beide panden haar eigendom is. De aanwezige stukken wijzen uit, dat zij daarop slechts voor de helft rechten kan doen gelden, doch de wed.Jaquet Ontkent dit. Omdat het gemeentebestuur in geen enkel opzicht remmend wil weiken op uit breiding van bestaande zaken, werd de wed.Jaquet verzocht een schetsplan in te dienen, met dien verstande, dat het gebouw stedebouwkundig verantwoord moesb zijn en uiteraard moest passen in het bestaande straatbeeld. Het daarna ingeleverde schetsplan voor een showkamer voldeed in geen enkel opzicht aan de gestelde ei sen en de gedachte won veld, dat de wed. Jaquet dit plan had laten maken om deze grond veilig te stellen i.v.m. de uitgang, die zij bij de uitoefening van haar bedrijf niet kan missen. „Bij de voorgenomen veikoop kan men zich met betrekking tot deze uitgang op tweeerlei standpunt stellen n.l. dé gemeente is eigenaresse en doet vaststellen aan wie de grond, waarover de uitgang loopt, toebehoort de gemeente verkoopt de grond, licht tevoren de adspirant-koper in omtrent het gerezen twistpunt en vrijwaart derhalve de koper niet met betrekking tot de eigendom van de betwiste grond waardoor deze zelf het risico moet dra gen.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1953 | | pagina 34