297
VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD
op Vrij dag 11 Juli 19 52
des namiddags 18.45 uur
Aanwezig de ledeni R.Bland, J.v.d.Made, C.v.d.Bemt, W.Breure, J.J.vd.
Dries, C.ELasen, P.G.Hofman, M.Leijs, A.v.Oers,
G.J.van Unnik, M.Sweere, B.A.Ooyen en W.Balemans.
Voorzitters H.E.M.Schaminée.
Secretaris: J.C.de Brouwer.
I.OPENING.
De voorzitter opent de vergadering met het hij artikel 4, 2e lid
van het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad voorge
schreven gebed.
II.LOTING VOLGORDE STEMMINGEN.
Het nummer van volgorde bij stemmingen wordt bepaald op nr.12,van
de presentielijst, zijnde de heer B.A.Ooyen.
Als stemopnemers zullen fungeren de heren van den Dries en Breure.
III.NOTULEN.
De notulen der vorige vergadering worden vastgesteld.
IVMEDEDELINGEN EN INGEKOMEN STUKKEN.
De voorzitter deelt mede, dat ten aanzien van punt A in geheime
vergadering nadere bespreking plaats vindt.
Vervolgens wordt ten aanzien van de punten A t/m I, met algemene
stemmen besloten overeenkomstig de voorstellen van burgemeester en wet-ff
houders
Ten aanzien van punt J deelt de voorzitter mede, dat de presentie
gelden inderdaad aan de lage kant zijn, zeer speciaal voor hen, die
hun looft moeten derven. Burgemeester en wethouders wilden een voorstel
doen tot verhoging der bedragen, indien daarvoor de instemming van Ge
deputeerde Staten zou verkregen kunnen worden. In verband daarmede werd
een bespreking ter provinciale griffie gehouden, welke zich op het
s t andpunt plaat st dat1
1e.ten aanzien van de leden van de raad reeds een presentiegeld wordt
toegekend, hoewel de raadsvergaderingen in de avonduren plegen te
worden gehouden en dus van loonderving geen sprake is;
2e.dat van de raadsleden mag worden verwacht, dat zij zich in de eerste
plaats uit burgerzin beschikbaar zullen stellen;
3e.dat niet steeds sprake behoeft te zijn van loonderving, aangezien
toch gebruik kan worden gemaakt van een snipperdag;
4e.dat slechts in de allergrootste gemeenten een presentiegeld aan de
leden der stembureaux van maximaal f.10,-- is toegekend, zodat een
verhoging van de presentiegelden in deze gemeente niet gerechtvaar
digd schijnt.
De voorzitter voegt hieraan toe, dat de toon, waarin het schrijven
van de heer KLasen is gesteld, weinig verheffend is. Bovendien wordt
daardoor de stemming onder de ambtenaren, van wie verlangd wordt dat zaj
n. s. 11207 1