279
Het was spreker een "behoefte om dit te zeggen, waarbij de hoop
wordt uitgesproken, dat hierin in de toekomst verbetering zal komen.
De voorzitter zegt, dat de begroting inderdaad wat later aan de
orde is gesteld dan verantwoord is; dit is echter een gevolg van de wij
ziging der begrotingsvoorschriften. Verwacht mag worden, dat de volger:-
d</j; ren de begroting tijdig kan worden behandeld.
Voorts spreekt de voorzitter de hoop uit, dat de raad zal aanvoe
len, dat zijn college een vertegenwoordiging is van 9000 inwoners en
niet een verzameling van 13 personen; de raad moet er voor waken niet
af te glijden naar een ander dan een democratisch vlak.
Burgemeester en wethouders blijven er bij, dat zij indertijd hun
voorstel naar eer en geweten aan deraad hebben gedaan en zij zijn er
niet van af te brengen om te doen wat zij hun plicht achten.
De neer Klasen wil gaarne even ingaan op hetgeen de heer van Unnik
meende te moeten zeggen. Als het werkelijk zo is, dat de raad de ver
keerde kant opgaat en dat de kiezers gewaarschuwd moeten worden, dan
zal spreker de eerste zijn die uit de raad tr.eedt om niet meer terug te
keren, tenzij de kiezers anders beslissen.
Het is niet de bedoeling critiek op het gemeentebestuur uit te oe
fenen, dóch spreker verwacht, dat zi jn als arbeiders-afgevaardigde ge
sproken woord zal worden begrepen.
Verder heeft spreker de aandacht te vragen voor de woningtoestan
den waaraan hij regelmatig aandacht besteedt; op dit gebied bestaan er
noodtoestanden. Er zijn gezinnen die reeds in 5 jaar geen zon in hun
woning hebben gezien, dat kinderen achterlijk zijn geworden, dat het
water van de muren sijpelt en al deze gevallen worden, alsof zij niet
urgent waren, maar afgeschoven.. Spreker gelooft dat de Voorzitter niet
voldoende op de hoogte is.
Er is bereidheid om offers te brengen voor de opbouw van onze
weermacht, doch als wij zo moeten blijven doorgaan met deze noodgeval
len, waarin geen verbetering komt omdat andere gevallen maat steeds op
de voorgrond worden geschoven, zal zelfs onze weermacht niet meer kun
nen helpen en zal er uiteindelijk datgene komen, waarvoor wij allen zo
bevreesd zijn. Spreker vestigt voorts de aandacht op de Azelmakeet die
moet gezien worden als een bunker en spreekt de hoop uit dat in 1552
geen sprake meer zal zijn van z.g. v<5<5rschuif-gevallen.
Alle ingezetene behoren gelijke rechten te hebben en in dit geval
zullen burgemeester en wethouders alle arbeiders achter zich weten.
De voorzitter onderschrijft de wensen van de heer Klasen, welke ge
rechtvaardigd zijn; Burgemeester en wethouders voelen aan, dat nog heel
wat voor de arbeiderstand moet gebeuren en men kan zo goed begrijpen,
dat men wel eens in opstand kan komen. Indien betrokkenaaechter eens
een vergadering konden mede maken, waarin de woonruimte—verdeling aan
de orde is -en dat is in elke vergadering van burgemeester en wethouders
dan zou worden ingezien, dat van het gemeentebestuur het onmogelijke
wordt gevraagd.
Als de heer Klasen zegt, dat de voorzitter niet voldoende op de
hoogte is, dan &eeft spreker gaarne toe, dat zulks inderdaad niet in
alle gevallen zo is; spreker heeft zich echter van vele gevallen per
soonlijk op de hoogte gesteld; om deze sden is dan ook gaarne de voor
zitter van de commissie van advies in het beraad betrokken. Dit had
anderzijds echter ook de bedoeling om deze een inzicht te geven hoe de
zaken worden behandeld en ook van welke omvang de moeilijkheden zijn,
doch waar gewerkt wordt, worden ook fouten, gemaakt. Daarom zou de voor
zitter -indien er dienaangaande uit de raad een suggestie naar vorBn
zou komen in dien zin- een voorstel om aan dit beraad nog enige uitbrefi
ling te geven, willen steunen, tenfeinde het effect zo groot mogelijk te I
loen zijn.