VII.YOOHoiai, TOT VOORLOPIGS VAaToTBT»
lil^G- VAN DE RaKSNItofl OVrtó 1QAQ
ku cobdkeurim Van dm rbkehIhg- oVflR
DAT J AAR V AN 1ST BütokllJK AÏiM BE
STUUR.
belaSt met tet o^erzoek der gemeente- en
bedrijfsrekenmgen over het dienstjaar 1949, heeft op 14 De
cember 1950 vergaderd; zóij meent de navolgende bedenkingen te
I moeten maken: 0
1. Hoewel de commissie van onderzoek grote waardering heeft
V0£? f activiteit van het College van burgemeester en
wethouders en overtuigd is van de noodzakelijkheid van
het opnemen van persoonlijk contact met ministeries, pro
vinciale griffie, bureaux voor wederopbouw enz. ten einde
SfïirlïÏÏT? afwilckeJinS der gemeentelijke problemen te be
werkstelligen, is de commissie van onderzoek van oordeel,
dat de uitgaven op de post "reis- en verblijfkosten voor
leden van het gemeentebestuur" toch hoog genoemd moet wor-
U4. commiS3ie zal hieromtrent gaarne nader worden inge
licht door burgemeester en wethouders.
2. De commissie van onderzoek is de mening toegedaan, dat de
jaarwedde van de grafmaker te laag ie. Deze bedraagt thans
x. 2o0,--, terwijl hij voorts een vergoeding ontvangt vol
gens een vastgesteld tarief per te delven graf. Deze ver
goeding wordt niet door de gemeente uitgekeerd. De commis
sie zal gaarne worden ingelicht omtrent de omvang der
werkzaamheden van de grafmaker teneinde zich een oordeel
te kunnen vormen over de hoegrootheid der bezoldiging.
Ten aanzien van het gestelde sub 1 antwoorden burgemeester
en wethouders, dat de ambtenaren meer dan voorheen bespre
kingen gaan voeren en deelnemen aan vergaderingen en ont-
wikkelingsdagen in het belang der gemeente.
Wat de reiskosten van het gemeentebestuur betreft, wprdt
opgemerkt, dat i.v.m. de omvangrijke taak het niet mogelijk
is op andere wijze de zaken der gemeente te behandelen. De
•cijü is dermate bezet, dat bij wijze van spreken tussen de
werkzaamheden door, besprekingen elders moeten plaats heb
ben. In verhouding tot hetgeen bereikt is en bereikt wordt,
is deze post alleszins verantwoord, hetgeen ook wel daar-
iï lï* ?at1?idJde Metingen 1950 en 1951 met de raming
is ingestemd. Als de werkzaamheden geregeld kunnen worden
zoals het gemeentebestuur zich dit denkt, dan kan wellicht
in de volgende begroting een andere raming plaats hebben
uiteraard onder voorbehoud, dat er geen ongunstige wijzi
gingen in de toestanden plaats grijpen. Overigens is geble-
2 ^Lui^?ave? ^er zake in andere gemeenten ongeveer
in hetzelfde vlak liggen.
Ten aanzien van het gestelde sub 2 wordt opgemerkt dat de
omvang der werkzaamheden gering is terwijl de grafmaker
bovendien nog wordt geassisteerd door het overig gemeente-
personeel. Ten aanzien van de honorering zijn bovendien
geen klachten ingekomen.
De heer Ie ijs zegt dat de commissie op het tijdstip waarop
zij vergaderde niet precies met de situatie op de hoogte x
was. Bij spreker zijn er thans geen bezwaren meer.
vervolgens wordt met algemene stemmen besloten overeenkom-
stig de voorstellen van burgemeester en wethouders; de
wethouders onthielden zich hierbij van stemming.