BoBrRouïïaa üeieehtëbë-
213
Burgemeester en wethouders stellen voor de onderdelen
2 en 4 van dit agendapunt nog even aan te houden, aangezien
voldoende tijd voor bestudering heeft ontbroken en waarom
trent in de eerstvolgende vergadering dan nadere voorstel
len zullen worden gedaan.
Vervolgens wordt ten aanzien van de onderdelen 1 en 3
zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig de voor
stellen vsn burgemeester en wethouders.
U.VOORBfBl 101 HSNOaaUSTS VAK ESI
jS'UVol
EI GEK VERZOEK,AAR BE BOEkHÖÜBER
BEK GAdRAHRIEK.
Allereerst wordt met algemene stemmen met ingang van
1 Januari 1951 overeenkomstig diens verzoek, eervol ontslag
verleend aan P.J.van der Pluijm, als boekhouder der gemeen
te gasfabriek, zulks onder dankzegging voor de diensten bii
het gasbedrijf bewezen»
Vervolgens deelt de voorzitter mede, dat .burgemeester
en wethouders vreemd hebben opgezien, tóen de in de vorige
vergadering benoemde v.d.Ploeg mededeelde, zijn benoeming
niet te kunnen aannemen.
Thans heeft ook de heer van Pelt bericht, dat hij zijn
sollicitatie, in verband met het aanvaarden van een andere
betrekking niet wenst te handhaven.
Aangezien nu slechts twee candidaten van de oorspronke
lijke voordracht overbleven, hebben burgemeester enwethou-
ders het gewenst geacht een nieuwe voordracht op te maken,
zoaas die thans is aangeboden.
Be heer Gerritsen is door burgemeester en wethouders
ter nadere kennismaking opgeroepen. Beze nadere kennismaking"
heeft het inzicht gegeven, dat, ware hij aanvankelijk bij
de opgeroepen candidaten geweest, hij reeds bij de eerste
benoeming als nr.1 óp de voordracht zou zijn geplaatst.
Het bevreemdt de heer van den Bries, dat nu de heer Gerit-
sen als nr.1 op de voordracht is geplaatst; aangenomen had
mogen worden dat de heren van de Assem en Poot, die toch
reeds op de eerste voordracht voorkwamen, thans niet de ach-
terste plaats zouden innemen, Be heer Gerritsen blijkt bo
vendien nog zeer jong te zijn; spreker meent dat voor deze
ongetwijfeld toch gewichtige functie aan een ouder persoon
de voorkeur moet worden gegeven, temeer omdat theoretische
bekwaamheid niet altijd kan opwegen tegen practische be
kwaamheid.
Be voorzitter merkt op, dat dit punt zeer langdurig een
onderwerp van bespreking in de vergadering van burgemeester I
en wethouders heeft uitgemaakt en dat ten aanzien van de
religieuze verhoudingen een zeer royaal standpunt ts ingeno-
men.
Bit heeft er echter niet toegeleid, dat wordt voorgei? a
steld om slechts de beide overgeschoten candidaten op een
nieuwe voordracht te plaatsen, doch hierbij werd rekening
gehouden met de religieuse samenstelling van de raad en de