if
IS
mMP*
daad iets moet gebeuren. In verband met hetgeen de heer KLasen
heeft gezegd, wordt opgemerkt, dat spreker in de vorige verga
dering wel degelijk zijn stem heeft verheven tegen de aankoop
prijs van de grond ten behoeve van de warmwaterroterijHij
heeft echter nog geen antwoord op zijn vragen ontvangen.
De heer van der Made heeft gehoord, dat in de vorige ver
gadering zou gezegd zijn, dat er vijf aanvragen voor industrie
vestiging waren binnengekomen^ het wordt op prijs gesteld dat
wordt medegedeeld wat voor industrieën dit betrof.
De voorzitter deelt mede, dat hierbij enerzijds industrie-
en betrokken waren, die voor deze gemeente niet bijzonder ge-
eigend waren, terwijl er anderzijds ook wel acceptabele indu
strieën bij waren.
Waar nu een en ander voldoende is besproken door de raads-,
leden meent de voorzitter, dat het burgemeester en wethouders
niet euvel zalworden geduid, a2s van die zijde de gemeente
architect in de gelegenheid wordt gesteld een en ander nog te
verduidelijken.
De gemeente-architect geeft hierop breedvoerige toelich
ting zowel over de noodzakelijkheid van de voorstellen als over
de wijze waarop een en ander zal verlopen.
Hoewel de heer ïïland nog geen antwoord van de voorzitter
op zijn vragen heeft gekregen, is hem nu toch veel duidelijker
geworden. In concreto stelt hij thans de vraag, of er na heft
besluit om de gronden tot industrieterrein te bestemmen, verder
niets kan gebeuren, zonder dat de raad daarover uitspraak heeft
gedaan.
De voorzitter beantwoordt deze vraag bevestigend.
De heer Sland wil dan zekerheid hebben of er na eventuele
aanneming van het onderhavige voorstel al dan niet onmiddellijk
tot egalisering kan worden overgegaan en dat er niets geschiedt,
voordat de raad wederom gesproken heeft.
De voorzitter deelt mede, dat thans enkel en alleen een
bestemming aan de gronden wordt gegeven en dat later eventuele
voorstellen tot onteigening zullen worden gedaan als er vraag is
|van de zijde der industrie.
De heer Bracke zegt dat de voorzitter in de vorige vergaf
dering niet duidelijk is geweest, doch dat na de door de gemeens
te-architect gegeven toelichting de voorstellen wel aanvaard
baar zijn.
De heer Balemans constateert dat de burgemeester in de
vorige vergadering wel driemaal duidelijk uiteengezet heeft,
wat er te gebeuren stond en hoe de vork aan de steel steekt;
het verwondert hem, dat er nu nog gezegd kan worden, dat men
de zaak niet begrepen heeft.
De voorzitter vestigt er de aandacht op, dat binnenkort,
omdat er terrein nodig is, voorstellen vaa burgemeester en wet-
houders te verwachten zijn om tot onteigening over te gaan,
indien althans geen vrijwillige medewerking wordt verleend.
De heer Sweere stelt vast dat er lang gesproken is over
minnelijke schikking. Hieruit volgt de veronderstelling, dat
het College van burgemeester en wethouders zich wel reeds over
de prijs beraden zal hebben.
Het is zeer waarschijnlijk, dat de prijs die men zich voorstelt^
te laag zal liggen en dus zal men tot onteigening zijn toevlucht
nenB n. Heeft men zich daarentegen nog geen prijs gedacht, dan
heeft het op het ogenblik weinig zin om over minnelijke schik
king te spreken.
De voorzitter aegt,dat niet op de zaken vooruit gelopen
moet worden.