IJt zal wel de gehele raad daarmede accoord kunnen gaan; men is er echter niet al te gerust over, dat dit de uitsluitende bedoe ling is. Daarom rijzen dienaangaande enige vragen waarop spre ker gaarne antwoord zal ontvangen t.w. 1e.hoeveel grond moet direct tot industrieterrein worden be stemd; 2e.welke bestemming zal daaraan worden gegeven, m.a.w. is het de bedoeling omdat terrein onmiddellijk bouwrijp te maken? Indien de laatste vraag bevestigend wordt beantwoord, kan spreker thans al wel zeggen, dat hij daaraan niet zijn stem zal hechten. Hij is er van overtuigd, dat zodra bekend wordt dat grond nodig is voor industrie, deze maar voor het grijpen moet liggen, doch, tenzij hij in de loop der besprekingen tot andere gedachten kan worden gebracht, zal hij zich niet uit spreken voor het geven van de industriebe stemming aan de grond, indien direct egaliseren daaraan is vastgekoppeld; immers dit houdt tevens in, dat deze grond dan ook aan de eigenaren wordt ontnomen. Uit de stukken heeft spreker gezien, dat men een op lossing wil zoeken en overleg plegen met de eigenaren; dit is altijd beter dan onteigening. De heer van Unnik dacht thans dit agendapunt in zeer korte tijd te kunnen afwerken; ten aanzien van de heer Eland moet nu blijkbaar nog een bekeringsproces worden afgewerkt; dit kan lang duren Niemand is er voorstander van om goede cultuurgrond zon- der dwingende noodzaak aan de landbouw te onttrekken. De vraag, waar het om gaat, is echter of Zevenbergen zal kunnen blijven bestaan, zonder industrie of uitbreiding daarvan. In de vorige vergadering zijn door de voorzitter cijfers gegeven, waaruit voor een ieder duidelijk zal zijn, dat de gemeente zonder uit breiding van industrie onherroepelijk in de put zal geraken. Men kan dus slechts deze plannen aannemen; het alternatief is, dat Zevenbergen ten gronde gaat. De raad heeft tot taak inder daad aan het groepsbelang die plaats toe te kennen, die het heeft, ook al weegt dit zwaar, maar het algemeen belang gaat daarboven uit. Het algemeen belang vraagt om ind\£fcr ie terreinen. Het is immers zo, dat wij bereid moeten zijn als de industrie om terreinen vraagt, want zij wil en kan niet wachten. Overal elders zijn terreinen in overvloed te krijgen. Daarom moet ook deze gemeente gereed zijn, zodat over het pijnlijke onttrekken van cultuurgrond aan de landbouw moet worden heen gestapt. De heer Klasen had verwacht dat in deze vergadering wel een andere mening zou zijn ontstaan dan in de vorige. In die toenjvergadering dacht niemand er aan om/aan een arm boertje grond werd ontnomen voor de stichting van een vlasroterij, daaraan zijn medewerking te onthouden. Nu echter de belangen van alle arbeiders en tevens van de middenstanders in het gedrang komen kant men zich tegen de voorgestelde plannen, hetwelk tot gevolg zal hebben dat men de gemeente wel met een gordijn kan gaan af sluiten. In het belang van de arbeiders en om uittocht te voor komen, moet er industrie komen en kan men zich niet de weelde veroorloven om nog langer te treuzelen. Spreker hoopt dat thans een beslissing in gunstige zin zal vallen. De heer Bracke meent dat het geen zin heeft om nog lang over het voorstel te spreken en wil tot stemming overgaan. De heer Eland wil eerst nog even terugkomen op het betoog van de heer van Unnik, die de indruk wekt, alsof de raadsleden vestiging van industrie tegenwerken; integendeel allen zijn daarvoor te vinden; spreker is er van overtuigd, dat er inder-

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1950 | | pagina 34