/ês Door de heer Ie ijs zijn vragen gesteld betreffende; 1de onhoudbare toestand in verband met de verontreiniging van de Lagewipstraat door de aanwezige mestvaalten; 2. de mestput van G.Sweere, achter de woningen aan de Lobbekes torenstraat; 3. openbare aanbesteding van de rioleringswerken; 4. toewijzing van de nog onbebouwde perceeltjes grond aan de Markt; 5verplaatsing van het bureau der sociale verzorgster. De voorzitter deelt mede: ad 1Deze zaak is in behandeling; terzake is contact opge nomen met de politie. De betreffende personen zijn aangeschre ven, om voor Augustus 1950 dusdanige maatregelen te treffen, dat verontreiniging niet meer kan plaats vinden en dat nala tigheid strafrechtelijke gevolgen met zich zal brengen. Voorts is hierbij medegedeeld, dat het in 1941 van gemeente wege geopperde voorstel, om de schuttingen van diverse per celen aan de Lagewipstraat door en op kosten van de gemeente in de rooilijn terug te zetten en te vervangen door gemetselde muren, niet verwezenlijlrt zal worden. De heer Eland vestigt er de aandacht op, dat bij brief va: 18 September 1941 o.m. aan de Deugd is verzocht om i.v.m. de verbeteringswerken aan de Lagewipstraat een gedeelte ter breedte van 22 cm. in gebruik te mogen nemen voor rechttrek- king van het trottoir. Als eenmaal een afspraak is gemaakt is het niet juist om zich later daaraan te onttrekken. De voorzitter meent dat bedoelde grond niet is aangekocht en dat het niet verantwoord is om voor enkele vierkante meters grond zo zware lasten op zich te nemen. De heer Leijs zegt dat bedoelde grond wel degelijk is afgestaan, waarna de voorzitter mededeelt deze zaak nader te zullen onderzoeken. ad 2. Over deze aangelegenheid is het gemeentebestuur reeds maanden bezig met het departement van Wederopbouw en Volks huisvesting; er zit echter geen schot in. Aan de hand van het Basisplan moeten boerderijen buiten de bebouwde kom der ge meente geplaatst worden. De grote moeilijkheid is te weten te I komen, welke schadevergoeding zal worden toegekend; hierop is van invloed 1e. de plaats, waar gebouwd zal worden, 2e het geen thans nog in de kom staat en 3e. de financiering van het Bureau Wederopbouw Boerderijen. De reeds op het eind van De cember 1949 te houden bespreking met de centrale onteigenings commissie over deze aangelegenheid heeft om onbekende redenen geen doorgang gevonden. Herbaalde malen is hierover reeds ge rapporteerd en thans is weer opnieuw contact opgenomen. ad 3. Inderdaad heeft openbare aanbesteding plaats gehad, in tegenstelling met de rioleringswerken in het Julianaplantsoen, alwaar het oorlogsschade betrof en waarvan opgave lag in het vlak van de begroting der gemeente, Mede door het schrappen van enkele posten lag de aannemingssom beneden de begroting en daarom kwam het burgemeester en wethouders eenvoudiger voor om het werk aan deze aannemer te gunnen. ad 4. Op de Markt liggen nog twee onbebouwde perceeltjes als door de heer Leijs bedoeld, t.w. een naast de lied.Herv.Kerk, dat gereserveerd en zo nodig moet worden toegewezen aan de Velo en het tweede naast Pieters, dat aanvankelijk aan Luijten zou worden toegewezen, die echter niet heeft geaccepteerd, daarna zou worden toegewezen aan Blommers die^iiet tot over eenstemming kan komen en thans kan worden toegewezen aan

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1950 | | pagina 30