/to dat, voordat tot deze ingrijpende maatregel wordt overgegaan ook deze terreinen aan een beschouwing worden onderworpen ?°S °mdat zij eveneens aan vaarwater zijn gelegen.' Indien de keus hierop zou kunnen vallen en men daarin zou kunnen slagen, zou men de plaatselijke landbouw zeer van dienst zijn. Het ligt niet op sprekers weg om de boeren ten koste van alles in bescherming te nemen, doch wel is het van belang na te gaan op welke wijze met hun redelijke verlangens het best rekening kan worden gehouden. 1)6 voorzi-trter merkt op dat ook deze terreinen de aandacht hebben gehad niet alleen van het college van burgemeester en wethouders, maar ook van de provincie oog steeds geldt, dat hoe minder cultuurgrond moet worden aangetast, hoe liever het is. De plannen zijn echter niet alleen door het gemeentebestuur bekeken, doch evenzeer door hogere instanties, o.a. ook door de Planologische Dienst. Gedeputeerde Staten laten deze plannen nl. eerst testen door genoemde dienst, die economisch en sociografisch bezien, daar toe het best in staat is. Het gemeentebestuur was bekend, dat de gemeente in het welvaartsplan zou worden opgenomen en daar om is van te voren aan de Planologische Dienst mededeling ge daan van de wensen en verlangens, die bij de gemeente voor zaten, o.a. dat de terreinen moesten zijn gelegen zowel aan de land-, spoor-en waterwegen, en dat zij bovendien een rede lijke aantrekkingskracht moesten hebben. Hieraan is aandacht geschonken. De door de heer Leijs bedoelde terreinen lagen echter minder gunstig. In de orde van grootte en urgentie hebben burgemeester en wethouders gemeend zich te moeten hou den aai het plan Schansdijk. Bovendien heeft bedoelde grond reeds een industriële bestemming en daarom moet die niet ont nomen worden. De heer leijs wijst er op dat de Centrale Suikermaat schappij deze gronden reeds jaren en jaren heeft laten liggen en dat dus in redelijkheid niet mag worden verwacht, dat er nog een bepaalde industriële bestemming aan zal worden gegeven De voorzitter zegt dat bovendien reeds is getracht deze grond in bezit te krijgen, zij het dan ook als een bescheiden begin. Men wilde wel verkopen, doch alles, dus met inbegrip van de gebouwen, of niets. De heer Eland vraagt of het dan niet mogelijk is om inder daad alles te kopen; de gehele aangelegenheid zou dan heel gemakkelijk zijn opgelost, aangezien spreker verwacht dat de terreinen wel 6 tot 8 ha. omvatten. Hieraan zou dan in andere richting nog enige uitbreiding gegeven kunnen worden, zodat dan al gauw een terrein van ongeveer 10 ha. zou zijn verkregen, en dat alles gelegen langs de Haven. De voorzitter merkt op dat dit onaanvaardbaar is. De ge meente wilde de gebouwen reeds in 1946 kopen, doch zij zijn voor de huidige industrien volkomen ongeschikt. Uiteraard heeft de gemeente meer belangstelling voor de gronden dan voor de ge bouwen. Indien echter de gronden alten worden verkocht, zal de Maatschappij zonder meer met-de gebouwen blijven zitten; dit is dus de reden, dat de gemeente niet op aannemelijke voor waarden kan slagen. De financiële consequaties zijn te groot. De heer Eland zou er dan voor zijn om met slechts een klein gedeelte aan de Schansdijk te beginnen. De voorzitter brengt hiertegen in, dat het een D.Ü.W.weri zal worden en dat men niet de dijk bij kleine stukjes kan gaan omleggen. Het project moet een zodanige omvang hebben, dat het

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1950 | | pagina 25